In de vele kroegen van de Amsterdamse volksbuurt de Jordaan wordt het levenslied volwassen. Johnny Jordaan, Willy Alberti en Tante Leen groeien in de jaren 50 uit tot ware beroemdheden.
Samen producer Johnny Hoes brengt de Zangeres Zonder Naam een hele reeks levensliedjes uit. Met haar hoge stem blonk de Zangeres vooral uit in sentimentele tranentrekkers.
Pierre Kartner bouwt onder de naam Vader Abraham aan een waar imperium als liedjesschrijver, producer en talentscout. Hij ontdekt Corry Konings die in 1970 haar eerste grote hit scoort.
André Hazes groeit vooral na zijn dood uit tot icoon van het levenslied. In zijn tijdloze liedjes worstelt hij, net als in het echte leven, met drank en vrouwen. Zijn leven werd later verfilmd en zelfs vertaald naar een musical.
De immer goedlachse Frans Bauer brengt het levenslied begin jaren 90 naar landelijke radio en tv. Met een reeks uitverkochte concerten in Ahoy’ vestigt hij ook zijn naam als succesvol podiumartiest.
Veel nieuwe sterren van het levenslied breken door doordat hun muziek wordt gedraaid op lokale piratenzenders. De Drentse woonwagenbewoner Jannes Wolters weet ook zo het publiek aan zich te binden.
Eenvoudige liedjes met een lach en een traan, recht uit het hart gezongen, dat is het levenslied. Het is muziek die hoort bij de kroeg en de voetbalkantine en nog altijd erg populair is. De accordeon speelt een belangrijke rol binnen het levenslied, al is het instrument de laatste jaren minder aanwezig dan voorheen.
Deze site maakt gebruik van cookies. Voor meer informatie volgt u deze link. Hierop is meer te lezen over welke cookies wij plaatsen en waarom en welke mogelijke '3rd-party' cookies er bij kunnen komen.
