Back to top

Basiscollectie klassiek: Pinksteren

Pinksteren is het feest van de Heilige Geest, door Jezus aan zijn leerlingen beloofd tijdens zijn afscheid (Hemelvaart). Feitelijk markeerde deze belofte het begin van de christelijke kerk. In het christelijke spraakgebruik is de Heilige Geest namelijk het symbool van de goddelijke inspiratie.

De Heilige Geest wordt vaak aangeduid met beelden die vrij en ongebonden zijn: de scheppende Geest, de wind die je niet ziet maar wel voelt, vuurvlammen die alle kanten uit dansen, het water dat leven geeft, de duif die neerdaalde tijdens de doop van Jezus in de Jordaan.

Het bekendste Pinksterlied is het Latijnse gezang Veni creator spiritus (Kom schepper Geest). Deze gregoriaanse hymne zou in de negende eeuw geschreven zijn door de Benedictijner monnik Hrabanus Maurus. Het lied is na al die eeuwen nog steeds geliefd. Vandaar ook de vele vertalingen en bewerkingen. Zo publiceerde de reformator Maarten Luther zijn Duitse bewerking in 1524 als Komm, Gott Schöpfer, Heiliger Geist.

(Het gregoriaanse Veni Creator op deze cd)

Bach liet deze oude melodie dansen in zijn bewerkingen voor orgel. De korte bewerking uit het Orgelbüchlein (BWV.631) valt op door de tegendraadse maataccenten. Het pedaal benadrukt steeds de (zwakke) derde tel, alsof de beweeglijke Geest over alles heen danst. In zijn Leipziger jaren breidde Bach deze korte versie verder uit (BWV.667). In dit imposante vervolg klinkt de melodie van het lied in lange noten in het pedaal.

(Bachs Komm, Gott Schöpfer op deze cd)

De Franse organist Nicolas de Grigny publiceerde zijn versie van Veni Creator Spiritus in 1699. Het gaat hier om een vijfdelige orgelsuite, waarbij ieder deel zijn eigen specifieke klankkleur en expressie heeft. De Grigny bewerkte niet steeds de melodie in zijn geheel. Zijn fantasie werd gevoed door losse melodiefragmentjes, die ieder op hun beurt lenigheid geven aan de verschillende variaties. De jong gestorven Nicolas de Grigny was een uitzonderlijk begaafd talent uit de tijd van Louis XIV, bijgenaamd de Zonnekoning. Niemand minder dan Bach maakte een afschrift van De Grigny's Livre d'orgue.

(De Grigny's Veni Creator op deze cd)

Ook sommige romantische componisten werden begeesterd door het Pinksterverhaal. In Wagners laatste opera Parsifal daalt helemaal aan het eind een duif neer op het hoofd van de titelheld. Zo is voor iedereen duidelijk dat Parsifal de nieuwe priester-koning van de graalburcht is. Berlioz' charmante Veni Creator Spiritus voor driestemmig vrouwenkoor behoort mogelijk tot diens allerlaatste composities.

(Een fragment uit Wagners Parsifal op deze cd)

De meest ambitieuze verklanking van Veni Creator is ongetwijfeld die uit Mahlers Achtste symfonie, bijgenaamd Symfonie der Duizenden. De bijnaam slaat op de meer dan duizend uitvoerenden tijdens de première in 1910, waaronder acht solisten, een koor van 850 zangers en een orkest van 170 instrumentalisten. Het lange eerste deel vormt een oratorium op zich, een toonzetting van het Latijnse Veni Creator Spiritus.

(De opening van Mahlers Symfonie nr.8 op deze cd)

Minder groots, maar niet minder populair, is het orgelwerk dat Maurice Duruflé in 1930 componeerde. De uitgebreide titel laat zien hoe dit meerdelige stuk in elkaar zit: Prelude, Adagio et Choral varié sur le thème du Veni Creator. In de Prelude en het Adagio wordt alleen maar gerefereerd aan de melodie. Het ontroerende Adagio werkt helemaal toe naar het Choral varié. Pas dan klinkt de melodie voor het eerst in zijn volle glorie, waarna er een aantal variaties in canonvorm volgen.

(Duruflé's Veni Creator op deze cd)

Voor de avontuurlijke luisteraar nog een extra tip. De fantasievolle muziek van de Messe de la Pentecôte van Olivier Messiaen klinkt ook nu nog bijzonder vreemd, hoewel we inmiddels meer dan zestig jaar verwijderd zijn van de eerste uitvoeringen in Parijs.

(Het Kyrie uit Messiaens Messe de la Pentecôte op deze cd)

(HJ)