Bijna lukte het een band uit een verre uithoek van Europa om de populairste rockband van de wereld te worden. Het Finse Hanoi Rocks had het talent, de goede songs en de juiste looks, maar net op het moment van de definitieve, internationale doorbraak sloeg het noodlot hard toe. De pot met goud was voor Guns N’ Roses, Mötley Crüe en Poison en de muziek van ‘Hanoi’ raakte al snel in de vergetelheid.
In 1985 leek Hanoi Rocks een gouden toekomst tegemoet te gaan. De groep had een deal met een groot Amerikaans label, en de bekende producer Bob Ezrin had toegezegd lange tijd met de band te willen werken. De concertkaarten voor hun eerste Amerikaanse tournee verkochten in een half uur uit. Toen sloeg het noodlot toe. Zanger Michael Monroe brak op het podium zijn enkel en de tournee moest worden afgebroken. Om de verveling te verdrijven belandde de band in Los Angeles op een feest in het huis van Mötley Crüe-zanger Vince Neil. Toen de drank op was besloten Neil en Hanoi-drummer Nicholas ‘Razzle’ Dingley met de auto bier te gaan halen. De dronken Neil verloor de macht over het stuur en de 24-jarige Razzle overleefde het ongeluk niet. Een half jaar later hief Hanoi Rocks zich op. De droom van de band viel in duigen.
Dat de groep Amerika bijna op de knieën kreeg was al een prestatie van formaat. Hanoi Rocks werd in 1979 opgericht in Finland, een land dat destijds niet bekend stond om zijn rockmuziek. Desondanks had de groep flinke ambities. Het talent was ook zeker aanwezig. Hanoi Rocks was een slimme groep die invloeden uit punk, new wave, classic rock en blues wist samen te smeden tot een uniek geluid. Het opvallende uiterlijk van het kwintet (ergens tussen zigeuner, piraat en drag queen) deed de rest. De debuutsingle Tragedy uit 1980 deed het al direct goed in Scandinavië.
Hanoi Rocks wilde wereldberoemd worden. Toen de groep in 1982 de kans kreeg om naar Londen te verhuizen, deden ze dat ook. Met de Engelse drummer Nicholas ‘Razzle’ Dingley aan boord, had de groep ook haar definitieve bezetting te pakken. Londen was de stad van hun muzikale helden: The Clash, The Stones, Mott The Hoople en T.Rex, maar in 1982 was Londen in de ban van de synthipop. Toch wist Hanoi Rocks al snel een reputatie te verwerven met hun sterke shows én hun losbandige levensstijl vol drank en drugs. Waar de vroege albums nog wel eens leden onder een zwakke productie, daar klonk het in Londen opgenomen Back To Mystery City als een klok.
Nadat achtereenvolgens Scandinavië, Japan en Engeland voor de bijl waren gegaan, was het in 1985 dus de beurt aan de Verenigde Staten. Een contract met CBS, een studio in New York en de ervaren producer Bob Ezrin (die eerder werkte met Alice Cooper, Kiss en Pink Floyd) moesten de potentie gaan verzilveren. Mott The Hoople-zanger Ian Hunter schreef een aantal teksten. Met de Creedence-cover Up Around The Bend scoorde de groep in de VS haar eerste hit.
Eindelijk was Hanoi Rocks de juiste band op het juiste moment. Los Angeles was in de ban van glam- en hardrock. Vooral het uiterlijk van Hanoi gold als een blauwdruk voor veel bands, maar door de plotse dood van Razzle klapte de band in vele splinters uit elkaar. Zanger Michael Monroe lukte het om een solocarrière op te zetten. De bandleden van Guns N’ Roses, zelfverklaarde fans van Hanoi Rocks, hielpen hem op weg. Zo zong Axl Rose mee op Monroe’s tweede soloplaat en speelde Monroe mondharmonica op het GN’R-nummer Bad Obession.
Tussen 2001 en 2009 kwamen gitarist Andy McCoy en Michael Monroe weer samen voor drie albums onder de Hanoi Rocks-vlag. Wederom waren pers en collega-muzikanten vol lof, maar brak de groep buiten Scandinavië geen potten. Daarmee maakte Hanoi Rocks haar cultreputatie weer helemaal waar.
Ook na Hanoi Rocks leefden de afzonderlijke bandleden kleurrijke levens. Monroe keerde terug naar Finland waar hij jurylid is in The Voice Of Finland en nog altijd werkt als solo-artiest. Bassist Sami Yaffa speelt nu ook weer in Monroe’s band, maar maakte ook documentaireseries over wereldmuziek voor de Finse televisie. Andy McCoy overleefde een heroïneverslaving en een val van een balkon op drie hoog terwijl gitarist Nasty Suicide zijn oude naam Jan Stenfors weer aannam en zich liet omscholen tot apotheker.
(PdK)