Back to top

Basiscollectie klassiek: het lied van oudheid tot barok

Een lied is doorgaans een muziekstuk van enkele minuten lang waarin de nadruk ligt op één zangstem. Het is misschien wel het oudste muziekgenre. Het oudste lied dat we in de Westerse muziek kennen, met melodielijn, werd gebeiteld op een oud-Griekse grafsteen. Het is een drinklied dat uitnodigt te genieten van het korte leven.

Seikilos Lied (zie album)

Middeleeuwen

In de middeleeuwen bestond een bloeiende liedcultuur aan de Europese hoven. De troubadours (trouvères, Minnesänger) verheerlijkten in hun liedteksten het ridderleven, de kruistochten en de hoofse liefde (verering van de onbereikbare geliefde). Vaak waren deze middeleeuwse dichter-componisten van hoge afkomst, zoals de koning van Engeland, Richard Leeuwenhart, of de koning van Navarra, Theobold I.

Richard Leeuwenhart: Ja nuls homs pris (zie album)

Een ander soort liederen werd gecomponeerd door studenten in de godsdienstleer. Deze waren niet altijd even geschikt voor het leven van een geestelijke. Ze schreven veel satirische en soms ronduit erotische teksten, veelal in het Latijn (de officiële taal aan de Europese universiteiten). Sommigen begonnen een leven als rondzwervend artiest met een heel repertoire aan drinkliederen en andere schunnige of komische liedjes. Het manuscript van de Carmina Burana (de inspiratiebron van Carl Orffs beroemde muziekstuk) bevat vele van dit soort liedteksten, soms met een eenvoudige vorm van muzieknotatie erbij.

Carmina burana – Fas et nefas ambulant (zie album)

Een grote collectie geestelijke liederen werd bewaard aan het multiculturele hof van Alfons de Wijze in Spanje: de zogenaamde Cantigas de Santa Maria.

Renaissance

Van heel veel middeleeuwse liederen weten we niet exact hoe de melodie gaat, omdat een nauwkeurige muzieknotatie ontbreekt. Maar met de ontwikkeling van meerstemmigheid aan het einde van de middeleeuwen ontwikkelt zich ook een preciezere vorm van muzieknotatie. Er worden liederen gecomponeerd voor drie, vier of meer zangstemmen.

Onder invloed van de steenrijke Bourgondische hertogen ontwikkelt zich in de Lage Landen het Franco-Vlaamse polyfone lied. In een polyfoon lied zijn de verschillende melodielijnen gelijkwaardig. Je hoort een weefsel van stemmen en je kunt niet meer gemakkelijk één melodielijn onderscheiden. De meeste van deze Franco-Vlaamse liederen zijn in het Frans, maar sommige zijn in het Diets zoals deze van Clemens non Papa.

Clemens non Papa: Meysken wil di vechten (zie album)

Rond 1500 worden aan de Italiaanse en Spaanse hoven ook liederen gecomponeerd voor 3 of meer stemmen. Maar anders dan bij het Franco-Vlaamse polyfone lied zijn de melodielijnen niet gelijkwaardig. De nadruk ligt op de hoogste stem. De andere melodielijnen ondersteunen. Daardoor kan je deze liederen gemakkelijker meezingen. Het lied Oy Comamos Y Bebamos is een drinklied. De componist Juan del Encina werkte aan het hof van de hertog van Alva, grootvader van de bij ons bekende IJzeren Hertog.

Juan del Encina: Oy comamos y bebamos (zie album)

Van Renaissance naar Barok

Het polyfone lied domineerde de 16e eeuw, maar aan het eind van de eeuw werd het lied voor zangstem en luit populair, eerst in Frankrijk en daarna in Engeland. Bekend zijn de melancholische luitliederen van de Engelse componist John Dowland, een tijdgenoot van Shakespeare. Het lied Can She Excuse My Wrongs gaat over een minnaar die constant afgewezen wordt door zijn geliefde. De tekst wordt ook wel politiek geïnterpreteerd. Het zou gaan om Robert Devereux, een favoriet van koningin Elizabeth I die uit de gratie viel en na een mislukte coup terecht gesteld werd.

Dowland: Can she excuse my wrongs, gezongen door Sting (zie album)

In Italië groeide de kritiek op het polyfone lied. De tekst was immers onverstaanbaar. Er ontwikkelde zich een nieuwe stijl, waarin niet alleen de verstaanbaarheid van de woorden voorop stond maar ook de emotie die erbij hoorde. De nadruk lag op één melodielijn, ondersteund door akkoorden boven een ritmisch onafhankelijke baslijn (basso continuo). De nieuwe stijl zou leiden tot een nieuw genre, de opera, en een nieuw muziektijdperk inluiden, de barok.

Claudio Monteverdi: Ecco di dolci raggi (zie album)

(CP)