Back to top

Basiscollectie klassiek: Het lied in huiselijke kring

Het lied is wellicht het populairste muziekgenre in de Westerse muziekgeschiedenis. Het luisteren naar popliedjes behoort tot het dagelijks dieet van heel veel mensen. Vroeger (in de tijd dat het nog niet mogelijk was om met één druk op de knop een kamer met muziek te vullen), werd niet alleen geluisterd maar - noodgedwongen - ook veel zelf gezongen. Een gezinslid met een goede stem werd gewaardeerd. Iemand die een instrument bezat en kon bespelen ook.

In dit artikel gaan we in op de ontwikkeling van het lied in de periode van omstreeks 1600 tot 1900. Daarbij kijken we vooral naar liederen die geliefd waren in huiselijke kring. Het zogenaamde kunstlied dat begin 19e eeuw ontwikkeld werd door Schubert, wordt in een ander artikel behandeld.

Van theater naar de huiskamer

Sommige dingen veranderen niet. Zoals nu van Disney-liedjes eenvoudige pianobewerkingen gemaakt worden voor de enthousiaste amateur, zo werden vroeger populaire liedjes uit het muziektheater bewerkt voor gebruik in de huiskamer. Een van de oudste voorbeelden is het Lamento d’Arianna (1623), een klaagzang van de eerste grote operacomponist Claudio Monteverdi. De rest van de opera (1608) is verloren gegaan.

In de jaren 1640 zou ieder huishouden in Italië met een theorbe of klavecimbel in huis een kopie van het lied in bezit hebben. Het ene na het andere lamento werd gecomponeerd, zoals te horen is op het mooie album Lamenti. Menig ouder kon goedkeurend luisteren naar de waarschuwende boodschap. In het lamento beweent Arianna haar lot. Zij heeft voor haar geliefde Theseus haar ouders en thuisland verlaten, maar werd vervolgens door hem in de steek gelaten.

Monteverdi: Lamento d’Arianna (zie album)

Anna Magdalena Bach, de tweede vrouw van Johann Sebastian, verzamelde de muziek die bij haar thuis gespeeld werd in een Notenbüchlein. Het bekende lied Bist Du Bei Mir staat hier ook in, de muziek genoteerd in haar handschrift zonder vermelding van de componist. Het is een buitengewoon ontroerend lied over de wens te kunnen sterven in bijzijn van de geliefde. Het lied werd in Nederland populair in een opname met Aafje Heynis.

Bist du bei mir, gezongen door Aafje Heynis (zie album)

Bist Du Bei Mir werd lang toegeschreven aan Johann Sebastian Bach, totdat een manuscript van de oorspronkelijke compositie teruggevonden werd. Het bleek een aria te zijn uit een opera van ene Gottfried Stölzel. De rest van de opera is verloren gegaan.

Eenvoud als ideaal

Aan het eind van de 17e eeuw werd het verschil tussen de professionele zanger en de amateurzanger steeds groter. Geen wonder want castraten (de beste zangers van die tijd) werden van jongs af aan gedrild om topzanger te worden.

Niet iedereen hield echter van het virtuoze stemgeluid en ook niet van de muziek die erbij hoorde. Verlichtingsfilosofen als Rousseau verheerlijkten de eenvoud van het volkslied. Weg met het kunstmatige en virtuoze, terug naar de natuur! Het lied moest eenvoudig zijn met een bescheiden begeleiding, een heldere melodielijn en verstaanbare tekst.

Veel componisten luisterden naar Rousseau’s oproep en componeerden eenvoudige liederen naar de geest van de tijd. Ideaal voor amateurs. Tegenwoordig worden ze echter nog zelden uitgevoerd. In tegenstelling tot de zogenaamde concertaria’s die voor professionele zangers gecomponeerd werden. De concertaria’s van Mozart zijn nog steeds geliefd, zoals Ch'io Mi Scordi Di Te die hij componeerde voor zijn favoriete zangeres Nancy Storace en hemzelf (aan de piano).

Mozart: Ch’io mi scordi di te? (zie album)

Een enkel lied uit de 18e eeuw wist aan de vergetelheid te ontsnappen. In ongeveer dezelfde tijd als Mozart zijn concertaria componeerde, verscheen het lied Plaisir d’Amour van Jean Paul Gilles Martini. De melodie zal voor veel mensen herkenbaar zijn. Ze werd gebruikt voor Elvis Presley’s hit Can’t Help Falling In Love.

Martini: Plaisir d’amour (zie album)

Elvis Presley: Can’t help falling in love (zie album)

Kunst versus markt

In de 19e eeuw konden steeds meer mensen zich een piano veroorloven. De vraag naar liederen voor amateurs groeide explosief. Tegelijkertijd ontstond bij een kleine groep mensen weerzin tegen de massaproductie. Ze zochten naar liederen met meer diepgang en een hogere moeilijkheidsgraad. Zij vonden die in de werken van de Oostenrijkse componist Schubert. Geen eenvoudige akkoorden voor de pianist hier. De pianopartij draagt bij aan de interpretatie van het gedicht en bepaalt de sfeer.

Schubert: Gretchen am Spinnrade (zie album)

De liederen van Schubert werden een voorbeeld voor componisten in heel Europa. In Engeland en Italië bestond echter een bloeiende markt van eenvoudige liederen voor amateurzangers. Deze worden wel parlour songs of drawing room ballads genoemd, naar de plek (de salon) waar in huis de piano stond.

Bekend is het lied Home Sweet Home, dat de Engelse componist Henry Bishop oorspronkelijk gecomponeerd had voor een opera. Vele jaren later, in 1852, gaf hij het succesvolle lied opnieuw uit als parlour song met een eenvoudige pianobegeleiding. Het lied bleef tot diep in de 20ste eeuw populair. De Victoriaanse operadiva Nellie Melba maakte er een opname van in 1905 en in 1939 verscheen een versie van Deanna Durbin voor de film First Love.

Bishop: Home sweet home, gezongen door Nellie Melba (zie album)

Bishop: Home sweet home, gezongen door Deanna Durbin (zie album)

Ook in Italië werden een heleboel populaire liedjes geschreven, vooral in de omgeving van Napels. Hier bestond sinds 1839 een jaarlijks festival met een wedstrijd voor het componeren van liedjes in Napolitaans dialect. De liedjes vonden door migranten hun weg naar Amerika, waar ze aan het begin van de 20ste eeuw populair werden door de opnamen van operazanger Enrico Caruso. Denk bijvoorbeeld aan O Sole Mio (1898), dat overigens wederom de inspiratie vormde voor een lied van Elvis Presley: It’s now or never.

Di Capua: O sole mio, gezongen door Enrico Caruso (zie album)

Elvis Presley: It’s now or never (zie album)

In de 20ste eeuw werden in Italië nog steeds liedwedstrijden gehouden. Het bekendst is tegenwoordig het muziekfestival van Sanremo, dat nog steeds bestaat en de inspiratie zou vormen voor het ontstaan van het Eurovisie Songfestival in 1956. (CP)