It don’t mean a thing (If it ain’t got that swing) - Duke Ellington (1932)
Van 1923 tot aan zijn dood in 1974 gaf pianist en componist Duke Ellington leiding aan zijn jazzorkest. Ellington geldt als een van de grootste Amerikaanse componisten. Veel van zijn composities zijn uitgegroeid tot standards, zoals It Don’t Mean A Thing (If It Ain’t Got That Swing), uitgebracht in 1932. De zang is van Ivie Anderson.
Ain’t misbehavin’ - Fats Waller (1929)
Pianist Thomas ‘Fats’ Waller was zeer populair in de jaren 20 en 30 en behaalde grote successen in de VS en Europa. Ain’t Misbehavin’ schreef hij (met twee anderen) voor de musical Hot Chocolates. Waller nam in 1943 het nummer opnieuw op, nu met zang.
I got rhythm - Ethel Waters (1930)
I Got Rhythm werd gecomponeerd door de broers George en Ira Gershwin, die nog veel meer (jazz)klassiekers op hun naam hebben staan. Ze schreven het nummer voor de musical Girl Crazy (1930). In die musical werd het nummer gezongen door Ethel Merman, maar Ethel Waters, later ook bekend geworden als actrice, was er al vroeg bij met deze versie uit 1930.
Minnie the Moocher - Cab Calloway (1927)
De excentrieke zanger/bigbandleider Cab Calloway had zijn bijnaam ‘The Hi De Ho Man’ te danken aan het refrein van Minnie The Moocher, zijn grootste hit. Er werden ruim een miljoen exemplaren van verkocht. Minnie The Moocher werd gebruikt in de gelijknamige Betty Boop-tekenfilm (1932), waarin Calloway zelf ook te zien en te horen was. Calloway voerde het nummer ook uit in de Blues Brothers-film uit 1980.
You go to my head - Teddy Wilson (1938)
Pianist Teddy Wilson werd bekend als begeleider van talloze beroemde zangers en zangeressen. Samen met Nan Wynn nam hij deze versie op van You Go To My Head, een van die nummers uit de jaren 30 die tot op heden worden uitgevoerd.
I get a kick out of you – Ethel Merman (1935)
I Get A Kick Out Of You is een van de vele composities van Cole Porter. Bij menig artiest, onder wie Frank Sinatra, stond of staat het nummer op het repertoire. Porter verwierf grote faam als componist voor Broadway. I Get A Kick Out Of You schreef hij voor de musical Anything Goes (1934), die in 1936 werd verfilmd. De zang is van hoofdrolspeelster Ethel Merman.
Wie is Loesje - The Ramblers (1939)
The Ramblers staan bekend als de groep die swing introduceerde in Nederland. Onder leiding van Theo Uden Masman werden The Ramblers in de jaren 1930-1950 het populairste jazzorkest van Nederland. The Ramblers speelden ook veel in radio-uitzendingen, en werden vanaf 1936 het vaste ‘dansorkest’ van de VARA.
Alone together - Artie Shaw (1939)
Verschillende nummers in deze playlist werden oorspronkelijk geschreven voor musicals of films. Zo ook Alone Together, dat te horen was in de musical Flying Colors (1932). Daarna groeide het uit tot een jazzstandard. De eerste jazzartiest die het nummer opnam was klarinettist Artie Shaw, in 1939.
They can’t take that away from me - Fred Astaire (1937)
Samen met Ginger Rogers vormde Fred Astaire een van de legendarische duo’s uit de filmgeschiedenis. Met hun dans en zang veroverden ze de harten van miljoenen bioscoopgangers. They Can’t Take That Away From Me werd door de broers Gershwin geschreven voor de film Shall We Dance, waar Astaire het zong voor Rogers, die we nog even in het begin horen.
Sweet like this - King Oliver (1929)
King Oliver begon zijn carrière in New Orleans, die stad die wordt gezien als de bakermat van de jazz. Later vestigde hij zich in Chicago en New York. Niet alleen schreef King Oliver enkele zeer bekende nummers, waaronder Sweet Like This, hij was ook van grote invloed op de ontwikkeling van jazz, bijvoorbeeld door het gebruik van dempers voor blazers.
My last affair - Ella Fitzgerald (1936)
‘First Lady of Song’ en ‘Queen of Jazz’. De status van Ella Fitzgerald is onaantastbaar. Haar versies van de liederen van de belangrijkste Amerikaanse songschrijvers, het ‘American Popular Songbook’ worden gezien als de definitieve, die nooit meer worden overtroffen. My Last Affair nam ze op in 1936.
King Porter Stomp - Benny Goodman (1935)
King Porter Stomp werd geschreven door Jelly Roll Morton, en is dankzij de versie van Benny Goodman uitgegroeid tot een standard uit het swing- en bigbandtijdperk. Klarinettist Goodman, die de bijnaam ‘King of Swing’ had, was leider van een van de populairste Amerikaanse bigbands van de jaren 30.
I can’t give you anything but love - Quintette du Hot Club de France (1936)
Quintette du Hot Club de France is een van de beroemdste vooroorlogse Europese jazzgroepen. De groep werd in 1934 in Parijs opgericht door Django Reinhardt (gitaar) en Stephane Grappelli (viool). Hun muziek was een unieke mix van zigeunermuziek en jazzimprovisatie en vormde de grondslag voor de gypsy jazz.
At the woodchopper’s ball - Woody Herman (1939)
Al vanaf jonge leeftijd was Woody Herman actief in de muziek- en theaterwereld: als zanger, tapdanser en later als saxofonist en klarinettist. In 1936 vormde hij zijn eigen band. In 1939 had hij zijn eerste hit: At The Woodchopper’s Ball. Met 5 miljoen verkochte exemplaren werd het nummer het grootste succes uit zijn carrière.
St. James Infirmary - Louis Armstrong (1928)
Door deze versie uit 1928 van Louis Armstrong werd St. James Infirmary een klassieker. Het nummer, dat waarschuwt voor de gevaren van een bandeloos leven, is echter al veel ouder en gaat (vermoedelijk) terug tot de 18e eeuw. St. James Infirmary is uitgevoerd door ontelbaar veel artiesten, van Yo-Yo Ma tot The White Stripes.
Body and soul - Coleman Hawkins (1939)
Body And Soul, geschreven in 1930, zou de meest uitgevoerde jazzstandard ooit zijn. Bijvoorbeeld door Amy Winehouse (samen met Tony Bennet). Het was het laatste nummer dat ze opnam voor haar overlijden. Deze invloedrijke versie van saxofonist Coleman Hawkins uit 1939 geldt als belangrijk Amerikaans muzikaal erfgoed.
Sing sing sing - Louis Prima (1936)
Naast Benny Goodman kreeg ook Louis Prima de bijnaam ‘King of Swing’. Behalve dat beiden actief waren in dezelfde periode, zijn ze ook verbonden via het nummer Sing Sing Sing. Prima schreef het nummer in 1936, en nam het op samen met zijn New Orleans Gang. De instrumentale versie die Benny Goodman een jaar later maakte werd wereldberoemd.
One o’clock jump - Count Basie (1937)
One O’Clock Jump was de themanummer van het Count Basie Orchestra. De bigband sloot ieder concert af met dit nummer, dat orkestleider en pianist Count Basie in 1937 schreef. Count Basie, die bijna 50 jaar leiding gaf aan zijn orkest, werd onder meer postuum onderscheiden met een Presidential Medal of Freedom, en kreeg zijn eigen postzegel in 1996.
Summertime - Billie Holiday (1936)
Summertime is oorspronkelijk een aria uit de opera Porgy And Bess (1935), met tekst van DuBose Heyward en muziek van George Gershwin. Het werd al snel een populaire jazzstandard, en behoort met meer dan 25.000 versies tot de meest gecoverde nummers ooit. De eerste die met Summertime de Amerikaanse hitlijsten wist te bereiken was Billie Holiday in 1936. Het unieke talent van Holiday maakt haar tot een tijdloze legende.
In the mood - Glenn Miller (1939)
Als laatste in deze playlist In The Mood van Glenn Miller en zijn orkest. In The Mood werd opgenomen in 1939, maar veel mensen associëren het met muziek uit de Tweede Wereldoorlog. Niet vreemd, want het nummer stond in 1940 13 weken bovenaan de Amerikaanse hitlijsten en werd in 1944 op een zogenaamde V-Disc naar de Amerikaanse troepen overzee gestuurd. In 1989 was het opnieuw een wereldhit, ditmaal in de versie van Jive Bunny & The Mastermixers als Swing The Mood.
Samenstelling: Ingmar Vroomen en Onno Post
Illustratie: Judith de Rond
