Retour au début de page

Basiscollectie klassiek: Bachs Matthäuspassion

In de laatste weken voor Pasen zal Nederland opnieuw het land zijn met meer uitvoeringen van Bachs Matthäuspassion per district dan waar ook ter wereld. Bachs passiemuziek is echter te groot voor één uitvoeringstraditie. Muziekweb besteedt daarom niet alleen aandacht aan de grote namen van nu, maar ook aan het oude goud. Muziekweb heeft eerder een speciale tijdlijn gepubliceerd met een overzicht van de meest legendarische uitvoeringen.

De vroegste integrale opname is die van Koussevitsky, live opgenomen in Boston op de Palmzondag van 1937. De oudste Nederlandse uitvoering is de zwaar romantisch aangezette vertolking van Mengelberg uit 1939. In 1958 zagen twee indrukwekkende uitvoeringen het licht: die met Karl Richter en die met Fritz Werner. Het zijn de eerste stereo uitvoeringen ooit. Tot de klassiekers van de jaren zestig behoort onder andere de in Amsterdam opgenomen uitvoering met Eugen Jochum:

(Jochum)

De eerste authentieke opname was die onder Harnoncourt. We horen hier alleen jongens- en mannenstemmen, met begeleiding van historische instrumenten. Gelukkig heeft Harnoncourt teveel theaterinstinct om zich alleen tot de regeltjes te beperken. Zijn derde opname heeft een expressie die de kloof tussen 'ouderwets romantisch' en 'authentiek historiserend' moeiteloos overstijgt:

(Harnoncourt)

Onze huidige kennis van Bachs leven en werk is groter dan ooit. En toch weten dirigenten zelfs nu nog steeds nieuwe wegen te vinden om Bachs meesterwerk te interpreteren. Vooral met het ruimtelijke aspect (o.a. de stereofonische verdeling van zangers en instrumentalisten over twee 'koren') is veel geëxperimenteerd. Zo was McCreesh in 2002 de eerste die de Matthäus opnam met een louter solistische bezetting van de zangers. Vijf jaar later koos John Butt voor eenzelfde aanpak. Het verschil in muzikaal temperament is echter groot: theater bij McCreesh en kamermuzikale verfijning bij Butt.

(McCreesh)
(Butt)

En zelfs met deze recente opnames waren de mogelijkheden nog niet uitgeput. In 2013 kwam Rene Jacobs met een uitvoering die het stereofonische aspect nog verder zou uitvergroten. Jacobs veronderstelde dat in Bachs tijd (versie 1736) de groepen niet links en rechts opgesteld stonden, maar op ruime afstand tegenover elkaar: de galerij van het hoofdorgel tegenover het zwaluwnestorgel (op de grens tussen schip en koor). Dit zou dan betekenen dat Bachs toehoorders zich midden in het vraag- en antwoordspel van de beide koren bevonden. De opname suggereert het effect door de koren dichtbij en verder weg te laten klinken:

(Jacobs)

Ivan Fischer ging meer losjes om met de ruimtelijke opstelling, zoals te zien is in zijn live opname vanuit het Concertgebouw. Een zeer innemende uitvoering op dvd is die vanuit de Thomaskerk in Leipzig, live opgenomen in 2012. De jonge countertenor Stefan Kahle weet hier uitstekend te concurreren met de grote alten van weleer. In 2014 is het vooral Peter Dijkstra's opname (zowel op cd als op dvd) die hoge ogen gooit.

(Dijkstra)

In 2020 verscheen de tweede opname van het Bach Collegium Japan o.l.v. Masaaki Suzuki. Ook hier opnieuw die sfeer van toewijding, die zo typerend is voor dit gezelschap. De uitvoering maakt maar zelden een gehaaste indruk, hoewel de uitgave slechts twee sacd’s telt.

(Suzuki)

De uitvoering van Raphaël Pichon gooide hoge ogen tijdens het seizoen 2022. Daarmee is het wel een beetje een uitvoering zoals je die eerder verwacht tijdens een prestigieus muziekfestival dan op Goede Vrijdag in de kerk.

(Pichon)

(HJ)