De zaate hermenie – Beppie Kraft
Typerend voor het Limburgse carnaval, oftewel vastelaovend, is de ‘zaate hermenie’: blaaskapellen die op straat spelen. In 1972 werd dit fenomeen door de Maastrichtse zangeres Beppie Kraft in lokaal dialect bezongen.
Mien waar is mijn feestneus – Toon Hermans
Soms wordt een carnavalsnummer ook een nationale hit. In 1968 had (Limburger) Toon Hermans groot succes met Mien Waar Is Mijn Feestneus. Dankzij de Nederlandse tekst kon iedereen meezingen, en bereikte het nummer de eerste plaats van de Top 40.
Vaan Eysde tot de Mokerhei – The Walkers, The Classics & Rainbow
Sinds 1976 wordt het Limburgs Vastelaovesleedjes Konkoer (LVK) gehouden, een wedstrijd voor het mooiste carnavalslied in Limburgs dialect. De eerste winnaar was Jean Immenee (van The Walkers) met het lied Vaan Eysde Tot De Mokerhei. Onder dezelfde titel verschijnt er jaarlijks een cd met de grootste Limburgse carnavalshits.
Och was ik maar bij moeder thuis gebleven – Johnny Hoes
Met 450.000 verkochte exemplaren staat Och Was Ik Maar Bij Moeder Thuis Gebleven (1961) van Johnny Hoes bekend als de bestverkochte Nederlandstalige single aller tijden. Wat veel mensen echter niet weten is dat het nummer oorspronkelijk een ‘vastelaovesleedje’ was, van de Venloose zanger Thuur Luxembourg.
Bij ons staat op de keukendeur – De Twee Pinten
Uit Brabant komt de klassieker Bij Ons Staat Op De Keukendeur van De Twee Pinten. In 1969 brak dit duo uit Den Bosch (Wim Kersten en Joep Peeters) landelijk door met deze vrolijke meezinger. In 1980 had Wim Kersten samen met De Viltjes opnieuw een hit, ditmaal met Bloemetjesgordijn.
Vandaag! – W-Dreej
W-Dreej uit Venlo won in 2010 het Limburgs Vastelaovesleedjes Konkoer met het liedje Vandaag! Het trio won de wedstrijd in totaal drie keer, en Vandaag! is inmiddels uitgegroeid tot een echte carnavalsfavoriet.
En nou die hèndjes de lucht in – Van Alles Wè
Voor veel ‘Hollanders’ die carnaval willen vieren is Den Bosch, of Oeteldonk, een geliefde locatie. Uit die stad komt Van Alles Wè, dat in 1989 met En Nou Die Hèndjes De Lucht het Kwèkfestijn won, het songfestival voor Oeteldonkse carnavalsmuziek. Het nummer werd ook buiten de landsgrenzen meerdere malen gecoverd.
Een barg die hé un krul in de steert – De Aal
Een opmerkelijke artiest met een opmerkelijk nummer. De Aal (Bert van Aalten), ook bekend als de zingende tandarts, had in 1981 een hit Een Barg Die Hé Un Krul In De Steert, met een refrein dat vooral lijkt te bestaan uit fantasiewoorden. Een typische eendagsvlieg zoals ze wel vaker rond carnaval worden gemaakt, maar wel eentje die nog altijd een grote grijns op het gezicht tovert.
Er staat een paard in de gang – André van Duin
Niet alleen in Brabant en Limburg wordt er carnavalsmuziek gemaakt. Ook artiesten van boven de grote rivieren wagen zich aan het genre. Een van de bekendste nummers komt van André van Duin, die met Er Staat Een Paard In De Gang in 1981 de zesde plaats in de Top 40 bereikte.
Liever te dik in de kist (dan weer een feestje gemist) – Stef Ekkel & René Karst
Traditionele carnavalsmuziek krijgt steeds meer concurrentie van après-skimuziek en dance. Ook liever Te Dik In De Kist van Stef Ekkel en René Karst (met medewerking van het Frikandellenkoor) is eigenlijk geen echt carnavalsnummer, maar leent zich wel uitstekend voor de polonaise.
Carneval, dat is de sjoenste tied – Harie Loontjes
Harie Loontjes uit Roermond wordt geschouwd als een van de belangrijkste naoorlogse carnavalszangers. Op deze opname uit 1948 zingt hij een Maastrichtse carnavalshit: Carneval, Dat Is De Sjoenste Tied. Er is geen mooiere tijd dan carnaval!
