Retour au début de page

Playlist Flamencogitaar

Flamenco mag eeuwenoud zijn, maar is een levende cultuur waarin met name de gitaar zich blijft ontwikkelen. In deze playlist komen de meest revolutionaire, spraakmakende en vingervlugge flamencogitaristen aan bod.

  1. Rondena Ramón Montoya
  2. Punta y tacon Sabicas
  3. Zorongo Paco Peña
  4. Entre dos aguas Paco de Lucía
  5. Mi tiempo Rafael Riqueni
  6. Caminillo viejo Tomatito
  7. Sor bulería Moraíto
  8. Silia y el tiempo Vicente Amigo
  9. Blues de la frontera Pata Negra
  10. Curiosos impertinentes Tino van der Sman
  11. Michelle Jorge Pardo & Josemi Carmona
  12. Andromeda y el adagio de Aranjuez Rycardo Moreno
  13. Impetu Gerardo Núñez & Paolo Fresu & Perico Sambeat & Mariano Díaz
  14. Romance de valentia Paco de Lucía
en savoir plus
Toen in de 19e eeuw de flamenco ontstond, was de gitaar slechts een dienstbaar begeleidingsinstrument van de zang en dans. Gedurende de ontwikkeling van deze Zuid-Spaanse kunstvorm zijn met name de gitaristen hun muziek continu blijven vernieuwen. De combinatie van complexe ritmes, energiek spel en een dramatische lyriek, maken de flamenco tot een indrukwekkend en veelzijdig genre; de flamencogitaar is - gebruik makend van deze versatiliteit - inmiddels tot volle wasdom gekomen en spreekt wereldwijd tot de verbeelding.

Rondeña - Ramón Montoya
Een pionier die de flamencogitaar als solo-instrument op de kaart zette, was de Madrileen Ramón Montoya (1879-1949). Als veelgevraagd begeleider van flamencozangers, begon hij zijn destijds gebruikelijke maar weinig subtiele manier van spelen te verfijnen. Daarvoor “leende” hij speltechnieken die voor het spelen van klassieke gitaar al vrij gebruikelijk waren. Voorbeelden daarvan zijn de trémolo (snel herhaalde noten die de illusie van een lange noot geven), arpegio (met meerdere vingers getokkelde akoorden) en picado (snelle melodietjes met enkele noten). Met gebruik van deze nieuw geïntroduceerde technieken, componeerde hij de eerste stukken voor solo-flamencogitaar.

Punta Y Tacón - Sabicas
Hoewel hij later enorm invloedrijk werd, was Sabicas (1912-1990) lange tijd een vreemde eend in de bijt. Op 10-jarige leeftijd trad hij al professioneel op in Madrid, maar in 1936 ontvluchtte hij de Spaanse Burgeroorlog en vestigde zich in New York. In de Verenigde Staten bracht hij vele platen uit en het Amerikaanse publiek liep weg met het vingervlugge spel van de Spanjaard. In Spanje was hij ondertussen helemaal vergeten, tot gitaristen als Paco de Lucía zich in de jaren ‘60 aangetrokken voelden door zijn composities en technisch verbluffende spel.

Zorongo - Paco Peña
Paco Peña (1942) werd geboren in Córdoba, maar vestigde zich al snel in Londen. Met zijn orthodoxe spel, waaruit groot respect voor de oude meesters als Ramón Montoya en Sabicas blijkt, vond hij zijn weg naar concertzalen in London en de rest van de wereld. Daarnaast leidde hij van 1985 tot 2020 de afdeling flamencogitaar op Codarts, het conservatorium van Rotterdam, dat daarmee het eerste conservatorium ter wereld was met deze studierichting. De Zorongo die hij speelt is gebaseerd op een traditionele volksmelodie, die mede is gepopulariseerd door dichter Federico García Lorca.

Entre Dos Aguas - Paco de Lucía
Het komt weinig voor dat een artiest zo bepalend is geweest voor een genre als Paco de Lucía (1947-2014) voor de flamenco. Niet alleen was hij een technisch onovertroffen gitarist, hij functioneerde ook als katalysator voor de fusie van flamenco met tal van andere muzikale elementen. Hij introduceerde andere instrumenten in de flamenco, zoals de oorspronkelijk Peruaanse cajón, de basgitaar en de dwarsfluit. Hij ging samenwerkingen aan met jazzmuzikanten als John McLaughlin en het is niet overdreven om te zeggen dat flamenco vandaag de dag niet zo bekend was geweest zonder hem. Zijn wereldwijde succes begon met de hit Entre Dos Aguas. Het nummer werd in de studio geïmproviseerd als opvullertje voor zijn plaat Fuente Y Caudal (1973).

Mi Tiempo - Rafael Riqueni
Na de doorbraak van Paco de Lucía lijkt het hek van de dam. Er wordt volop geëxperimenteerd met instrumentaties en andere muziekstijlen. Rafael Riqueni (1962) laat zich op Mi Tiempo begeleiden door strijkers en drummer. Ook in later werk weet hij een mooie brug te slaan tussen flamenco en de muziek van Spaanse componisten uit de Romantiek en het Impressionisme, zoals Albéniz, Tárrega en Turina.

Caminillo Viejo - Tomatito
Tomatito (Tomaatje) (1956) is de artiestennaam van José Fernández Torres. Een trouw Paco de Lucía-adept, die zijn mentor opvolgde als vaste begeleider van zanger Camarón de la Isla. Tomatito heeft als gitarist een kenmerkend donker zigeunergeluid. Op het nummer Caminillo Viejo is tevens Carles Benavent te horen. Benavent (1954) was lange tijd lid van de groep van Paco de Lucía en staat bekend als eerste flamencobassist.

Sor Bulería - Moraíto
‘Soniquete’ is een belangrijk concept in de flamenco, dat zich het best laat vertalen als groove of swing. Het is onmisbaar voor een goede flamencogitarist om met soniquete te kunnen spelen. De uit Jerez de la Frontera afkomstige Moraíto (1956-2011) werd gezien als de koning van de soniquete. In deze bulería - niet toevallig een van de meest ritmische flamencovormen - groovet hij er naar hartelust op los, slechts begeleid door de palmas (handklappen) die fungeren als ritmische ruggengraat.

Silia Y El Tiempo - Vicente Amigo
De lyriek en de gevoeligheid die flamencogitaristen in hun spel kunnen leggen wordt zwaar beïnvloed door de dramatiek in de stemmen van flamencozangers. Vicente Amigo (1967) speelt als een wervelwind die met grote dynamische contrasten zijn luisteraars optilt en weer neersmijt. Met zijn lyrische manier van spelen creëerde hij een stijl die opvallend anders klinkt dan die van de alomtegenwoordige Paco de Lucía.

Blues De La Frontera - Pata Negra
Raimundo Amador (1959), één van de gitaristen van de band Pata Negra, groeide op in een zigeunerfamilie uit Sevilla en kreeg met met de spreekwoordelijke paplepel borden vol flamenco binnengegoten. Daarnaast was hij zeer geïnteresseerd in rock en vooral blues. Zijn groep Pata Negra was onderdeel van een golf van fusies tussen flamenco, rock en pop die eind jaren 70 opkwam. Raimundo’s unieke speelstijl, waarin blues en flamenco in gelijke mate vertegenwoordigd zijn, is goed te horen op Blues De La Frontera.

Curiosos Impertinentes - Tino van der Sman
Dat de flamencogitaar niet meer exclusief door Spanjaarden bespeeld wordt, bewijst de Nederlandse gitarist Tino van der Sman (1974). Na zijn studie bij Paco Peña vertrok hij naar Sevilla, waar hij een veelgevraagd gitarist is. Hij heeft meerdere soloplaten op zijn naam staan en als componist een zeer persoonlijke stijl ontwikkeld.

Michelle - Jorge Pardo & Josemi Carmona
Ook popmuziek wordt gretig gebruikt voor flamenco-arrangementen. Gitarist Josemi Carmona (1971) - afkomstig uit de flamencodynastie waartoe ook zijn vader Pepe Habichuela (1944) behoort - en saxofonist Jorge Pardo behoren tot de muzikanten die met één been in de flamenco en de ander in de jazz staan.

Andromeda Y El Adagio De Aranjuez - Rycardo Moreno
Dat de experimenteerdrang van flamencogitaristen niet iedereen kan bekoren, bleek toen de familie van componist Joaquín Rodrigo (1901-1999) het album Miesencia (2021) van gitarist Rycardo Moreno (1981) van de markt lieten halen. Moreno was - naar mening van de erfgenamen van Rodrigo - te ver gegaan met zijn bewerking van het Adagio uit het Concierto de Aranjuez. Inderdaad, er zijn gitaareffecten en elektronica te horen, die normaal noch in het originele symfonische werk, noch in traditionele flamenco thuishoren. Toch wordt Moreno ook enorm bewonderd om zijn gevoel voor avontuur. Het is aan de luisteraar om zijn mening te vellen.

Ímpetu - Gerardo Núñez
De uitstekende gitarist Gerardo Núñez (1961) laat met Ímpetu een beweging horen die onvermijdelijk volgt op vernieuwingen: de stap terug. Het stuk Ímpetu werd in de jaren 50 gecomponeerd door gitarist Mario Escudero (1928) en geldt als een haast 'klassiek' flamencostuk. Núñez is een van de vele gitaristen die in hun werk expliciet respect voor de traditie willen tonen.

Romance De Valentía - Paco de Lucía
Kort voor zijn dood in 2014 had Paco de Lucía de laatste hand gelegd aan Canción Andaluza. Op deze plaat, die datzelfde jaar postuum werd uitgebracht, keerde hij terug naar de muziek die hij in zijn jeugd hoorde. Met de prachtige bewerkingen van coplas zoals Romance De Valentía (origineel gezongen door Concha Piquer), maakte hij onbewust de balans op van alle evoluties die er hadden plaatsgevonden sinds hij als klein jongetje begon te spelen. Steeds trouw blijvend aan tradities, hebben gitaristen als hij het flamencogenre enorm verbreed. De Lucía laat horen dat de gitaar al niet meer een instrument is om zangers mee te begeleiden, maar een instrument dat hem in staat stelt met zijn zes snaren te zingen.

Samenstelling en tekst – Jur Vermijs
Vormgeving – Judith de Rond
Illustratie - Paco Peña / afkomstig van hoes KC00788