Terug naar boven

Basiscollectie klassiek: Maurice Ravel en de Eerste Wereldoorlog

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog meldde onverwachts de Franse componist Maurice Ravel zich vrijwillig aan voor leger en luchtmacht. Hij werd afgewezen vanwege zijn fragiliteit en lage gewicht, maar kon uiteindelijk als chauffeur aan de slag. Zijn oorlogservaringen sloopten hem lichamelijk en geestelijk.Hij belandde met dysenterie in het ziekenhuis en daarbovenop kwam de plotselinge dood van zijn geliefde moeder. Sindsdien had Ravel regelmatig last van slapeloosheid en nervositeit.

Met zijn Frans-Zwitserse vader en Baskische moeder groeide Maurice Ravel (1875-1937) op in Parijs. Op zesjarige leeftijd begon hij piano te studeren, en later op het conservatorium kreeg hij compositieles van Gabriel Fauré. Hoewel hij veel indruk maakte met werken als Jeux d'eau, drie Shéhérazade-liederen en zijn Strijkkwartet in F, lukte het hem maar niet om de prestigieuze Prix de Rome te winnen. Na drie deelnames in 1901, 1902 en 1903 werd hij zelfs uitgesloten voor de wedstrijd van 1905. Deze kwestie mondde uit in een persschandaal, waarna de conservatoriumdirecteur zijn functie neerlegde.

Jeux deau - Arthur Jussen (piano) (zie album)

De bescheiden en beminnelijke Ravel schaamde zich er niet voor om openlijk toe te geven dat hij veel leerde van werken van vroegere componisten. Hij had veel bewondering voor Emmanuel Chabrier, maar was ook enthousiast over Mozart, Schumann, Mendelssohn, Chopin, Richard Strauss en Puccini. Zijn Valses nobles et sentimentales maakte hij naar voorbeeld van Schubert. Ook gebruikte hij graag oude muziekstijlen, zoals de Pavane pour une infante défunte en Menuet antique. Elk van de zes stukken die de Tombeau de Couperin vormen, zijn overigens opgedragen aan vrienden die aan het front gevallen waren.

Tombeau de Couperin - Jean-Yves Thibaudet (piano) (zie album).

Zijn hang naar een ver verleden combineerde Ravel vaak met zijn affiniteit met de kindertijd. Zijn ballet Daphnis et Chloé speelt zich af in een geïdealiseerd Griekenland, de pianostukjes (en later ballet) Ma mère l'Oye zijn gebaseerd op oude sprookjes en in de fantasievolle opera l'Enfant et les sortilèges speelt een kind de hoofdrol.

Ma mère l'oye - het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Yannick Nézet-Séguin (dirigent) (zie album)

Ook had Ravel een grote fascinatie voor techniek. In 1921 verhuisde hij naar een huis in Montfort-l'Amaury - 50 kilometer van Parijs - waar hij een grote collectie prullaria en curiosa verzamelde, van klokken tot mechanisch speelgoed. Hij werd zelf wel eens een Zwitsers horlogemaker genoemd, vanwege zijn perfectionistisch streven naar uiterste precisie en helderheid. Zijn beroemde Boléro heeft eigenlijk ook wel iets mechanisch: in dit voor choreografe Ida Rubinstein gecomponeerde ballet blijven melodie, harmonie en ritme continu hetzelfde. De enige afwisseling zit hem in de dynamiek; het werkt toe naar een climax.

Boléro - het Concertgebouworkest, Bernard Haitink (dirigent) (zie album)

Overigens hield Ravel ook erg van planten en dieren: hij bezat Siamese katten. Zijn liefde voor exotische en verre culturen ontwikkelde Ravel wellicht door zijn Baskische voorouders en de indrukwekkende Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs. Zijn Rapsodie espagnole en L'heure espagnole ademen Spaans temperament. En hij componeerde Schotse, Italiaanse en Hebreeuwse volksliederen. Zijn Chansons madécasses spelen zich af in Madagascar.

Chansons madécasses - Magdalena Kozená (mezzosopraan) (zie album)

Na een verkeersongeluk met een Parijse taxi in 1932 ging Ravel langzamerhand steeds meer lijden aan geheugenverlies. Men vermoedde dat hij een hersentumor had. Negen dagen na een risicovolle operatie stierf hij. Hij was altijd ongetrouwd gebleven, dus zijn geliefde - ook alleenstaande - broer was zijn enige erfgenaam.

Daphnis et Chloè, suite nr.2 - Herbert von Karajan (dirigent) (zie album)

(SvdP)