De cantate Herr Jesu Christ, wahr Mensch und Gott (BWV.127) lijkt vredig te beginnen, met rustgevende fluitklanken. Maar zodra het koor inzet is het duidelijk dat de boodschap bepaald niet rustgevend is: "Heer Jezus Christus, werkelijk mens en God, U die martelgang, angst en spot leed". En inderdaad: als we in de agenda kijken zijn we nog maar een paar dagen verwijderd van Aswoensdag.
(Het openingskoor van BWV.127 zoals op deze cd te horen)
Met Aswoensdag begint de christelijke vastenperiode of veertigdagentijd, waarin het lijden van Jezus herdacht wordt: geseling, spot en uiteindelijk kruis en dood. Tegelijkertijd worden wij uitgenodigd om te reflecteren op onze eigen zwakte, ons lijden en sterven. En dat is precies waar deze cantate over gaat.
(De sopraan-aria op deze cd gezongen door Carolyn Sampson.
Dit klinkt allemaal niet bepaald gezellig, maar de tekst maakt ook duidelijk dat Bach er van overtuigd was dat deze zwakte niet het einde is, maar dat God en Jezus ons hierin kunnen bijstaan. Deze tegenstrijdigheid van verdriet en vertrouwen is natuurlijk ideale stof voor een componist, en Bach weet dit uiteraard om te zetten in magistrale muziek. In de cantate overheerst een melancholisch maar zachte sfeer, alleen even onderbroken in de strijdvaardige bas-aria.
(Klaus Mertens zingt hier de Bas-aria)
(TC)
