Terug naar boven

Met Bach door het jaar (36): Brood en leven

Bach componeerde de cantate Schmücke dich, o liebe Seele (BWV.180) voor de twintigste zondag na Trinitatis van het jaar 1724. De cantate maakte deel uit van een cyclus van een al vaker ter sprake gebrachte reeks met koraalcantates.

De cantate Schmücke dich, o liebe Seele heeft als uitgangspunt het gelijknamige avondmaalslied van de dichter Johann Franck (1618-1677). De prachtige melodie was afkomstig van Johann Crüger (1598-1662), die cantor van de Nikolaikirche in Berlijn was. Van de eerste strofe maakte Bach een imposante koraalbewerking voor koor, zoals gebruikelijk bij dit type cantate.

(Het openingskoor op deze mooie cd)

Het recitatief voor de sopraan loopt uit op een fraai versierde bewerking van de vierde strofe: Ach, wie hungert mein Gemüte.

(De sopraanaria, hier gezongen door Ann Monoyios)

Het slotkoraal betreft de laatste strofe van het lied ‘Jesu, wahres Brot des Lebens’. De avondmaalsthematiek paste mooi bij de evangelielezing van deze zondag: de parabel over een koning die een bruiloftsfeest voor zijn zoon organiseert (Matt. 22:1-14).

(Het slotkoor op deze uitvoering o.l.v. Gardiner)

Johann Franck wordt overigens niet alleen herinnerd vanwege Schmücke dich. Het onsterfelijke 'Jesu, meine Freude' vloeide eveneens voort uit zijn pen. Ook dit lied was een belangrijke inspiratiebron voor Bach, onder andere in het beroemde motet Jesu, meine Freude.

(Het openingskoraal van dit motet op Herreweghe's prachtige opname)

(HJ)