Overzicht van alle muziek in de Nederlandse taal. Hieronder valt het levenslied, het luisterlied, cabaret en Nederlandstalige popmuziek. De wortels van de eerste drie genres gaan terug tot het begin van de twintigste eeuw. In variététheaters (en later de revue) was afwisselend plaats voor een grapje, een serieus of juist een sentimenteel lied. De all-round artiesten van voor de oorlog beheersen alle stijlen, maar na de oorlog ontstaan er specialisten. Het levenslied wordt gezien als de meer volkse variant waarbij emoties zonder al te veel omhaal worden gezongen. Tegenover het levenslied staat het hoger aangeschreven luisterlied. Cabaret koppelt het (vaak kritische) luisterlied aan humoristische conferences. Vanaf de jaren tachtig is het (vooral na baanbrekend werk van Doe Maar) ook voor popgroepen normaal om in het Nederlands te zingen. In de 21e eeuw bedienen de bestverkopende Nederlandse artiesten zich van hun eigen taal.
Afro-Caribische muziek, ontstaan op de Britse en Franse eilanden. Hoewel calypso wordt gespeeld in verschillende Frans- en Engelstalige Caribische eilanden, ligt de bakermat ervan in Trinidad. Hier werd het carnaval door calypsozangers aangegrepen om hun publiek niet alleen aan het dansen te krijgen, maar hun ook een boodschap over te brengen. Van feitelijke nieuwsberichten tot scherpe kritiek op de corrupte leiders van het land, naast muzikant waren de zangers ook een soort journalist. Troubadours, zouden we ze in de middeleeuwen hebben genoemd. In Trinidad kende calypso een opleving aan het begin van de twintigste eeuw. Vijftig jaar later nam het genre ook internationaal een vlucht, toen Amerikaanse muzikanten hun eigen interpretaties vertolkten van calypsonummers. Denk aan Rum and Coca Cola van de Andrew Sisters en de Banana Boat Song van Harry Belafonte (hoewel dit eigenlijk een Jamaicaans slavenlied is). Soca ontstond uit een mix van calypso en Indiase muziek. De naam zelf is een afkorting van soul en calypso. Soca is echte feestmuziek, met dito teksten. In Jamaica ontwikkelde zich halverwege de twintigste eeuw een muzieksoort die sterke gelijkenis vertoont met calypso. Uit deze mento zou zich later ska ontwikkelen.