Julius Röntgen (1855-1932) was zonder twijfel een van de meest energieke mensen uit de Nederlandse muziekgeschiedenis. Hij was actief als pianist, dirigent, organisator en daarnaast schreef hij ook nog eens een oeuvre van ruim zeshonderd stukken. Röntgens ouders waren van Duits-Nederlandse afkomst; zijn vader was in Deventer geboren maar als musicus naar Duitsland getrokken, waar hij het tot
… concertmeester van het beroemde Gewandhausorchester bracht. Julius studeerde eerst in Leipzig, verdiepte zijn kennis vervolgens in München bij Lachner en kwam in 1877 naar Amsterdam, waar hij zich al snel een prominente positie wist te verwerven. Röntgen had ook beroemde vrienden: Grieg, Nielsen, Casals, Brahms, Clara Schumann, zij kwamen graag bij Röntgen over de vloer. Zijn leven lang hield Röntgen in zijn eigen composities vast aan de principes die hem in zijn studietijd waren bijgebracht, welke hij vertaalde naar een muziek waarin de invloed van Schumann en Brahms domineert. Dat blijkt duidelijk uit de muziek die hier is opgenomen door Alexander Kerr (viool), Gregor Horsch (cello) en Sepp Grotenhuis (piano). Begonnen wordt met het "Pianotrio nr.4, op.50" uit 1904. Vervolgens klinken de "Vioolsonate op.20" uit 1879/1883 en de "Cellosonate nr.5" uit 1907/1910. Opmerkelijk aan het laatste stuk zijn de citaten uit Bachs Mattheuspassie, welke zijn opgenomen ter nagedachtenis aan een overleden vriend. In wezen is Röntgens muziek stilistisch een beetje anoniem, maar dat gebrek wordt ruimschoots gecompenseerd door de enorme 'Spielfreudigkeit' die in alle werken doorklinkt. Dit puur muzikanteske karakter komt in de uitvoeringen goed naar voren en maakt deze cd tot een heel aangename. (JvG)_meer