Net als Hoketus (1977) was de Symfonie Voor Losse Snaren (1978) het resultaat van een project aan het Conservatorium van Den Haag. Dergelijke praktische projecten maakten een belangrijk onderdeel uit van Andriessens colleges instrumentatiekunde. Met 12 leerlingen vormde hij een strijkorkest waarin louter de losse snaren werden bespeeld, maar dan ten opzichte van elkaar verstemd (scordatura). Iedere
… strijker heeft maar vier tonen tot zijn beschikking, waarmee je bij een melodie van vijf opeenvolgende tonen al snel vijf spelers nodig hebt. Dit en de onmogelijkheid om vibrato te spelen zorgde er voor dat de klank van het ensemble meer lijkt op die van een groep viola da gamba’s dan een traditioneel strijkorkest. Door toch gebruik te maken van symfonische procédés krijgt het werk iets dubbelzinnigs, wat Andriessen later trouwens weer hevig relativeerde toen hij opmerkte: ‘als ik het stuk nu terughoor, verbeeld ik me dat ik op een zomermiddag een tocht op het water en de golven snel tegen de boot zie kabbelen, terwijl het bootje stil lijkt te liggen’. Tja, zo kun je het natuurlijk ook horen. (JWvR)plus