Next stop: The Bronx. Het stadsdeel in het noorden van New York City staat bekend als de geboorteplaats van hiphop. Met dank aan de Netflix-serie The Get Down wordt die muziekgeschiedenis nu doorverteld aan een jongere generatie kijkers. Maar The Bronx is meer dan alleen hiphop, zoals deze aflevering van onze serie ‘Muzikale wereldreis’ wel bewijst.
Eigenlijk is The Bronx een stad op zich. Met 1,4 miljoen inwoners wonen er in deze ‘borough’ net zoveel mensen als in Amsterdam en Rotterdam samen. The Get Down speelt zich af in 1977, een rampzalig jaar voor New York. De stad is bankroet en misdaad tiert welig. Nergens in New York City is het verval zo zichtbaar als in The Bronx waar ‘gangs’ de dienst uitmaken. Leegstaande panden worden door corrupte huisbazen in brand gestoken. Het verzekeringsgeld dat ze beuren is hoger dan de huur. De aanblik van lege, half-afgebrande gebouwen en puin deed menig bezoeker denken aan een gebombardeerde stad. De tekst van The Message, een nummer van Grandmaster Flash & The Furious Five, geeft een levendig beeld van het failliete New York:
Broken glass everywhere
People pissin' on the stairs, you know they just don’t care
I can't take the smell, can't take the noise
Got no money to move out, I guess I got no choice
Rats in the front room, roaches in the back
Junkies in the alley with a baseball bat
I tried to get away but I couldn't get far
Cause a man with a tow truck repossessed my car
Grandmaster Flash & The Furious Five – The message
Net als alle andere pioniers van hiphop (Afrika Bambaataa, DJ Kool Herc, Boogie Down Productions) woonde Flash in South Bronx. Daar dokterde hij met twee draaitafels een eigen geluid uit. Tijdens feesten was Flash erachter gekomen dat de bezoekers het liefst de instrumentale drumbreaks uit soul- en funknummers hoorden. Door op twee draaitafels dezelfde LP op te leggen en ze zo naadloos in elkaar over te spelen vonden mannen als Flash de hiphopbeat uit. Al snel improviseerden bezoekers zelfverzonnen teksten op die beats. Op deze cd staat een overzicht met populaire ‘breaks’ uit die tijd. Het nummer South Bronx van Boogie Down Productions vertelt hoe het er tijdens die feesten aan toeging.
The Bronx was altijd al een wijk waar minderheden woonden. Voor de Tweede Wereldoorlog waren het vooral joodse en Italiaanse immigranten. Vanaf de jaren 30 kwamen er steeds meer immigranten uit Puerto Rico. Tegenwoordig is de helft van de inwoners van The Bronx ‘Hispanic’. Een van hen is trombonist Willie Colón. Hij werd geboren in 1947 in South Bronx en groeide in de jaren 70 uit tot een sleutelfiguur in de salsascene. Die scene werd gedomineerd door ‘Nuyoricans’ (New Yorkers van Puerto Ricaanse afkomst). Colón bewees dat salsa veel meer was dan goedgemutste dansmuziek. Colóns liedteksten waren uit het leven gegrepen teksten en bezongen regelmatig het harde straatleven in The Bronx. Het indringende ‘Ayudame!’ (‘Help me!’) uit Que Lio – hier gezongen door Hector Lavoe – zei niet alleen iets over Lavoe’s door drugs verwoeste leven, maar ook over het stadsdeel dat langzaam om hem heen afbrokkelde.
Sommige artiesten zochten het juist in de verstrooiing. Een tijdgenoot van Colón én de vroege rappers was August Darnell. Met Puerto Ricaanse, Italiaanse en Afro-Amerikaanse (groot)ouders wás hij The Bronx. Onder het pseudoniem Kid Creole zette hij diverse funk– en discobands op (Dr. Buzzard’s Original Savannah Band, Kid Creole & The Coconuts) die opvielen door hun feestelijke optredens en scherpe podiumoutfits. Darnell schreef voor Machine ook There But For The Grace Of God Go I. Dat lied kreeg een prominente plek in de serie The Get Down waar het lijkt of hoofdpersonage Ezekiel Figueroa dat lied bedacht.
Al die typische smaken van The Bronx (latin, hiphop en disco) komen samen in het werk van de meest beroemde dochter van The Bronx: Jennifer Lopez. J-Lo groeide als dochter van Puerto Ricaanse immigranten op in The Bronx en eerde de wijk in haar hit Jenny From The Block.
Ondanks alle renovaties en nieuwbouw is The Bronx ook nu nog steeds de armste van de vijf boroughs. Een op de twee inwoners leeft onder of rond de armoedegrens. Hiphop heeft nog steeds niets aan zeggingskracht verloren en South Bronx levert nog regelmatig beroemde rappers af. De laatste in de rij is French Montana. Volgens de geboren Marokkaan is het nog steeds niet pluis in The Bronx. Samen met buurtgenoot Fat Joe waarschuwt hij de luisteraar: ‘Don’t go over there if you’re not from over there.’
(PdK)
