Terug naar boven

Basiscollectie klassiek: Franz Schubert

Tegenwoordig behoort Franz Schubert (1797-1828) tot een van de grote componisten uit de 19e eeuw. Maar toen hij op 31-jarige leeftijd in zijn geboortestad Wenen stierf, was hij nog totaal niet beroemd. Integendeel, slechts een kleine (vrienden)kring erkende zijn grote talent. Pas na zijn dood werd langzaam zijn grote muzikale schat ontdekt.

Schubert stamde af van Moravische boeren. Zijn vader vestigde zich in Wenen en werd daar hoofdonderwijzer. Als vrijetijdsbesteding maakte de familie Schubert graag muziek. Piano en viool leerde de talentvolle jongen van zijn broer en vader. Orgel, muziektheorie en zang leerde hij van de plaatselijke organist. Gelukkig werd hij toegelaten op de Stadtkonvikt, een kloosterschool voor niet-aristocraten. Daar kreeg hij een gedegen opleiding.

Schubert is vooral beroemd geworden om zijn liederen. In dit genre blonk hij overduidelijk uit en hij bracht het op een hoger plan. Schubert was dol op kwalitatief hoogwaardige dichtkunst. Pas bij goede poëzie stroomden de prachtige melodiën vanzelf in zijn hoofd. Hij gaf de piano geen simpele akkoorden maar een gelijkwaardige rol in het uitbeelden van het gedicht. Zo hoor je bijvoorbeeld in het lied Gretchen Am Spinnrade het draaien van het spinnenwiel in de pianobegeleiding. In het lied Erlkönig verbeeldt de piano een galopperend paard:

Erlkönig - Dietrich Fischer-Dieskau (bariton) Gerald Moore (piano) (zie album)

Schuberts vele liederen, waaronder ook de grote liederencycli Die schöne Müllerin en Winterreise, hadden een grote invloed op generaties na hem. Soms gebruikte hij zijn eigen liedmelodie als thema voor andere composities. Zoals het lied Der Tod und das Mädchen voor het Strijkkwartet D.810. De melodie van zijn lied Die Forelle klinkt in het derde deel van zijn Kwintet D.667. Schubert schreef dit stuk voor de ongewone bezetting piano, viool, altviool, cello en contrabas. In dit fragment hoor je het thema in de baslijn:

Forelle kwintet D.667 Christian Zacharias (piano) Leipziger Streichquartett (zie album)

Om de dienstplicht te ontlopen werd Schubert een tijdje hulponderwijzer op zijn vaders school. En zo nu en dan verdiende hij bij als privleraar, zoals bij de rijke familie Esterházy. Maar het liefste hield hij zich alleen bezig met componeren. Dan schreef hij van s morgens tot in de middag muziek en zocht daarna zijn vrienden op in het café.

Hij leefde als een bohémien en omringde zich met vrijzinnige kunstenaars. De zogenaamde Schubertiaden waren gezellige avonden waar de vrienden nieuwe poëzie en muziek presenteerden. Ze debatteerden over kunst en politiek en de drank vloeide rijkelijk. In deze omgeving ontstond ook Schuberts pianomuziek. Zijn origineelste bijdrage aan dit genre is zijn muziek voor pianoduet. Schubert ontsteeg daarmee het huismuziekniveau en bracht het op dezelfde hoogte als de prestigieuze sonate, strijkkwartet of symfonie.

Sonate vierhandig D.814 Grand Duo - Daniel Barenboim (piano) Radu Lupu (piano) (zie album)

En dan te bedenken dat hij niet eens genoeg geld had voor een eigen piano. Hij woonde meestal bij vrienden, en anders bij zijn ouders thuis. Helaas lukte het hem niet goed om zijn muziek aan de man te brengen. Uitgevers hadden niet veel geld over voor zijn bladmuziek. Zijn theaterwerken flopten en orkesten lieten zijn ingeleverde partituren op de plank liggen.

Zo gaf Schubert in de lente van 1828 de partituur van zijn Symfonie D.944 in C aan de Gesellschaft der Musikfreunde. Het orkest begon te repeteren, maar vond zijn stuk veel te lang en moeilijk. Tien jaar later vond Robert Schumann de partituur en stuurde deze op naar Felix Mendelssohn. Door hun enthousiasme kreeg Schubert eindelijk internationale bekendheid en erkenning.

Scherzo, derde deel van Symfonie D.944 in C Berliner Philharmoniker Günter Wand (dirigent) (zie album)

De jonge Schubert had de pech getroffen te worden syfilis. Een ernstige geslachtsaandoening die jarenlang ongemerkt kon sluimeren en zo nu en dan tot heftige uitbarstingen van ziekte leidde. In het najaar van 1828 ging het plotseling veel slechter. Hij kon geen eten meer binnenhouden en ging ijlen. Een week later was het over. Alhoewel Schubert die laatste week niet meer helder was geweest, meende broer Ferdinand te hebben begrepen dat hij vlakbij de - twee jaar eerder overleden - Beethoven begraven wilde worden. En zo gebeurde het.

We eindigen met een fragment uit Schuberts Mis D.950. Vanaf zijn 15e tot het einde van zijn leven componeerde Schubert namelijk ook veel kerkmuziek. Luister maar naar de spannende akkoorden in het Sanctus:

Sanctus, uit Mis D.950 in Es. Collegium Musicum 90 Richard Hickox (dirigent) (zie album)

(SvdP)