Het leven is wreed. Helaas wordt het lijden onnodig vergroot door wat mensen elkaar aandoen. Eén van de meest droevige liederen ooit is Une jeune fillette. Zoals zo vaak telt ook hier de eer van de clan. Een verliefd meisje is door haar wrede familie naar een klooster verbannen. Hier is ze voor altijd gescheiden van haar vriend. Ze smeekt de Maagd Maria om een eind aan haar lijden te maken. Ze zegt vaarwel tot haar vader, moeder en medezusters. Alleen in de dood ziet ze nog een uitweg.
Het lied speelde een rol in de indrukwekkende Franse film Tous les matins du monde (soundtrack van Jordi Savall). De film gaat over de misantropische gambaspeler Monsieur de Sainte-Colombe (Jean-Pierre Marielle), die teruggetrokken leeft na de dood van zijn vrouw. Zijn isolement wordt doorbroken door de ambitieuze en flamboyante gambaspeler Marin Marais (gespeeld door zowel Guillaume als Gérard Depardieu).
De melodie van Une jeune fillette moet ergens in de zestiende eeuw zijn ontstaan. In Italië kende men de melodie als Monica (naar Madre non mi far monaca). Ook hier vertelde men volksverhalen rond het thema van het meisje dat gedwongen het klooster in moet. Het lied verbreidde zich in allerlei varianten over heel Europa. Talloze luitisten en klavecinisten bewerkten het en schreven er variaties over. De populariteit doet denken aan die andere tranentrekker, Flow my tears van John Dowland.
En zo komen we uit bij een ander meisje, Susanne van Soldt. Haar Calvinistische familie was vanuit Antwerpen naar Londen gevlucht, waar Susanne in 1586 werd gedoopt. Later verhuisde de familie naar de Lage Landen. Als dertienjarige kreeg het meisje les op het klavecimbel. Kennelijk stelde iemand een boekje voor haar samen, dat de geschiedenis inging als het Susanne van Soldt manuscript (1599). In dit boekje bevindt zich o.a. een Allemande de la nonette, een zoveelste variant van het droevige lied.
William Byrd componeerde een drietal zeer fraaie variaties over La Monica. Zijn bijdrage werd opgenomen in het beroemde Fitzwilliam Virginal Book, onder de titel The Queen’s alman.
Het kon niet missen dat de populaire melodie werd geannexeerd voor kerkelijk gebruik. De bekendste versie is het koraal Von Gott will ich nicht lassen. Het lied werd door talloze Lutherse componisten onder handen genomen, waaronder Scheidt, Schütz, Buxtehude en Bach.
(HJ)
Deze site maakt gebruik van cookies. Voor meer informatie volgt u deze link.
Hierop is meer te lezen over welke cookies wij plaatsen en waarom en welke mogelijke '3rd-party' cookies er bij kunnen komen.