Terug naar boven

Met Bach door het jaar (15): Tegen de zonden

Zondag Oculi is de derde zondag van de veertigdagentijd. De naam is ontleend aan psalm 25 (openingslied van deze zondag), "Mijn ogen zijn immer gericht op de Heer".

In 1713 of 1714 componeerde Bach voor deze gelegenheid de cantate Widerstehe doch der Sünde (BWV.54). Bach was toen werkzaam aan het hof van Weimar als organist en concertmeester. Het stuk hoort tot de weinige cantates die aan Bachs vroege jaren in Weimar toegeschreven kunnen worden.

BWV.54 is een relatief korte solocantate met slechts twee aria's rond een centraal recitatief. De streng belerende tekst is ontleend aan een dichtbundel van Georg Christian Lehms. De eerste aria zet in met een gedurfde dissonant.

(De eerste aria, op deze cd gezongen door Iestyn Davies).

De alt mag op een d inzetten, hoewel de toonsoort Es groot is. De tekst liegt er dan ook niet om: Weersta toch de zonde, anders zal Satans venijn u overmannen! In 1731 werkte Bach dit deel om tot een aria voor de Markuspassion: Falsche Welt, dein schmeichelnd Küssen.

(De aria uit deze opname van de Markuspassie)

(HJ)