Terug naar boven

Met Bach door het jaar (18): Vrolijkheid?

De derde zondag na Pasen, Jubilate, ontleent zijn naam aan de beginregels van Psalm 66: Looft God, ganse aarde. Bach componeerde voor deze zondag niet minder dan drie cantates: Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen (BWV 12); Ihr werdet weinen und heulen (BWV 103) en Wir müssen durch viel Trübsal (BW 146). Alle drie cantates zijn onder meer te vinden op deze mooie cd van John Eliot Gardiner.

Toch geven de titels niet direct aanleiding voor een uitbundige jubelstemming. Dat heeft alles te maken met de evangelielezing uit Johannes 16:16-23, waarin Jezus de discipelen zijn afscheid aankondigt en hen voorhoudt dat ze tijdens zijn afwezigheid bespot zullen worden. Gelukkig is dat maar van korte duur.

In BWV.103 stond Bach voor de uitdaging de ambivalente verhouding tussen vreugde en smart tot een eenheid te smeden. Het openingskoor (track 8) in de vorm van een drieluik geeft de grondbeweging van de cantate weer.

(Het openingskoor o.l.v. Gardiner)

Het eerste deel van dat openingskoor is een fuga, waarin het 'Weinen' en 'Heulen' met effectieve chromatiek door het koor wordt vertolkt. Een kleine blokfluit (flauto piccolo) klinkt daar als eens schrille spotter overheen. Na een plotseling ingevoegd basrecitatief (een vijfmaal herhaald 'Ihr aber werdet traurig sein'), slaat de stemming om. Het fugathema keert terug gecombineerd met korte, frisse ritmische figuurtjes op de tekst: 'Doch eure Traurigkeit soll in Freude verkehret werden'.

Na dit ingenieuze openingskoor volgt tweemaal een recitatief met aria. Het eerste setje staat nog in het teken van rouw en pijn. In de tweede doet de trompet zijn intrede als illustratie van de hoop.

(De 2e aria op deze cd)

De cantate sluit af met een kernachtige koraalzetting op tekst van Paul Gerhardt, waarin de boodschap van de cantate nog een keer wordt samengevat.

(Het slotkoraal op deze cd)

(JWvR)