Terug naar boven

Met Bach door het jaar (21): Pinksteren

Na Kerst en Pasen is Pinksteren het derde grote feest van de christelijke kalender. Pinksteren is het feest van de Heilige Geest, het meest vluchtige personage van de christelijke trits Vader, Zoon en Heilige Geest.

De Heilige Geest is de 'trooster' (helper, pleitbezorger) die Jezus aan zijn leerlingen beloofde voor na zijn hemelvaart. Vandaar dat Bachs muziek voor Pinksteren zowel feestelijk als intiem is. Bach liet maar liefst vier Pinkstercantates na. Erschallet, ihr Lieder (BWV.172), de vroegste van de reeks, stamt uit Weimar (1714). Vervolgens componeerde Bach in zijn begintijd in Leipzig twee Pinkstercantates met dezelfde titel: Wer mich liebet (BWV.59) en Wer mich liebet (BWV.74), 1723-1725. De laatste, O ewiges Feuer (BWV.34, uit 1746), is een omwerking van een bruiloftscantate.

Het openingskoor van O ewiges Feuer op de opname van Sigiswald Kuijken

John Eliot Gardiner zette ze ooit alle vier op één cd, als een soort Pinkster-oratorium. Van oudsher werd met Pinksteren de volgende uitspraak van Jezus gelezen: ‘Wanneer iemand mij liefheeft zal hij zich houden aan wat ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.’ (Joh.14)

Zoals gezegd dragen twee van Bachs cantates deze tekst als titel: ‘Wer mich liebet, der wird mein Wort halten’. Bach hechtte zoveel waarde aan deze woorden, dat hij ze tot een getallenreeks omwerkte (a = 1, b = 2, enz.). Met deze getallenreeks mat Bach de onderdelen van de beide ‘Wer mich liebet’-cantates af.

In ‘Erschallet, ihr Lieder’ was deze bijbeltekst overigens ook opgenomen, namelijk als basrecitatief. Misschien nog wel belangrijker is de tederheid waarmee Bach deze en soortgelijke woorden behandelde. Pauken en trompetten ontbraken natuurlijk niet op dit feest, en toch bevatten deze cantates een aantal intieme en gevoelige aria’s. Enkele voorbeelden van de genoemde cd van Gardiner:

O Seelenparadies (uit cantate Erschallet)
Komm, lass mich nicht länger warten (uit cantate Erschallet)
Wohl euch, ihr auserwählten Seelen (uit cantate O ewiges Feuer)

Deze laatste aria lijkt sterk op het beroemde wiegelied, ‘Schlummert ein, ihr matten Augen’, uit de cantate Ich habe genug (BWV.82), van deze oude maar mooie opname onder Neville Marriner.

In de liturgische kalender markeert Pinksteren het begin van de zomertijd, de lange periode tussen Pinksteren en Kerst. In sommige tradities echter, waaronder de Lutherse, begint de zomertijd nog een week later. Hier wordt de eerste zondag na Pinksteren namelijk verdrongen door Zondag Trinitatis, het feest van de Drie-eenheid.

(HJ)