Terug naar boven

Curiosa klassiek: Een fascinerend pianostukje van de filosoof Nietzsche

De filosoof Nietzsche heeft een bescheiden reputatie als amateurcomponist. Eén van zijn meest intrigerende composities is het kleine pianowerkje Das ‘Fragment an sich’. Het is maar een klein stukje, en toch duurt het eeuwig. Het stuk valt namelijk in zijn eigen herhaling, het gaat altijd maar door. Wat zou de filosofische achtergrond van dit stukje zijn?

In het boek De vrolijke wetenschap speelde Nietzsche met een nogal griezelig gedachtenexperiment: Stel dat je alles opnieuw zou moeten meemaken – al je vreugde, al je lijden – en wel ontelbare malen en steeds in dezelfde volgorde. Zou je je lot vervloeken? Of zou je het leven juist vieren, steeds weer opnieuw?

Das 'Fragment an Sich' van Nietzsche

In het daaropvolgende boek, Aldus sprak Zarathustra, werkte Nietzsche dit gedachtenexperiment verder uit (de leer van de eeuwige wederkeer). Volgens Nietzsche was de moderne mens tè decadent om zo’n levenslot aan te kunnen. Hij zoekt zijn heil liever in comfort en verstrooiing. Maar misschien dat een toekomstig menstype (de zogenaamde 'Übermensch') in staat was om zo’n tragisch lot te omhelzen en te beamen. Het is niet altijd duidelijk of Nietzsche nu ècht geloofde in zo’n letterlijke terugkeer van alles, of dat het toch eerder een gedachtenexperiment is.

A Mass of Life van Delius, op teksten uit Aldus sprak Zarathustra

Nietzsche was een groot muziekliefhebber. Zijn eerste filosofische boek – De geboorte van de tragedie – was een lofzang op het muziektheater van zijn vriend, de componist Richard Wagner. Wagner was echter een veeleisend persoon, die zichzelf voortdurend in het middelpunt plaatste. De vriendschap liep stuk, omdat de jonge filosoof zich niet als een ondergeschikte liet behandelen. In het boek Menselijk, al te menselijk veegde Nietzsche de vloer aan met de hoogdravende pretenties van de toenmalige muziek, die van Wagner in het bijzonder.

Feuerzauber uit Die Walküre van Wagner

Menselijk, al te menselijk bevat zeer slimme analyses van de (toenmalige) moderne kunst en muziek. In één van die analyses typeerde Nietzsche de moderne muziek als een samengaan van het hogere en het lelijke. Anders gezegd: muziek die het hogere nastreeft loopt het risico het lelijke in zich op te nemen. Vergelijk het met vriendschap: als je tegenover je vriend ieder conflict mijdt, dan zou dat voor de vriendschap wel eens nare gevolgen kunnen hebben. Zo is het volgens Nietzsche ook met muziek, wanneer die steeds idealitischer wordt.

Volgens Nietzsche was dit precies de reden waarom de muziek steeds lawaaiiger was geworden, de orkesten steeds groter, en de instrumenten en de zangers steeds harder… Gespecialiseerde kunstliefhebbers konden dit lawaai nog wel volgen. Voor de massa was dit echter te hoog gegrepen. En dat is dan weer de reden waarom er zich tegenover de hogere cultuur een oppervlakkige massacultuur aftekent. Nietzsche was kritisch over de vermeende vooruitgang van de cultuur en de geschiedenis. Steeds weer kwam hij tot de conclusie: menselijk, al te menselijk.

Also sprach Zarathustra van Richard Strauss

Het hogere en het lelijke vormen zo dus een begrippenpaar dat een enorme dynamiek in gang zet. Nietzsche’s filosofie kent meerdere van zulke dynamische begrippenparen: Apollinisch tegenover Dionysisch (De geboorte van de tragedie), het hogere tegenover het lelijke (Menselijk, al te menselijk), lust tegenover lijden (De vrolijke wetenschap, Aldus sprak Zarathustra). Zoals gezegd werkte Nietzsche deze dynamiek uit als de leer van de ‘de eeuwige wederkeer’. Beroemd is Nietzsche’s gedicht ‘O mens! Geef acht!’, dat o.a. door Gustav Mahler is getoonzet.

O Mensch! Gib acht! uit de Derde Symfonie van Mahler

Misschien dat al dit voorgaande van toepassing is op dat kleine pianostukje: Das ‘Fragment an sich’. Dat wonderlijke pianostukje dat zichzelf steeds herhaalt, altijd maar weer... Nietzsche componeerde het in oktober 1871. Dat is dus ruim 20 jaar voor een vergelijkbaar experiment van Erik Satie, met de titel Vexations. Satie’s Vexations wordt meestal genoemd als het vroegste voorbeeld van ‘minimal music’. Eigenlijk klopt dat dus niet. De middelmatige amateurcomponist Nietzsche had de primeur.

Vexations van Erik Satie

(HJ)