Terug naar boven

Basiscollectie klassiek: Christoph Willibald Gluck

Christoph Willibald Gluck (1714-1787) was grotendeels autodidact, maar dat belemmerde hem niet om een van de belangrijkste operacomponisten van de 18e eeuw te worden. Gluck staat vooral bekend als de man die de Italiaanse opera bevrijdde van een aantal verstarde conventies. Zijn beroemdste werk is Orfeo ed Euridice, dat hij in 1762 componeerde. Het was een van de opera’s waarmee hij expliciet de Italiaanse opera een nieuwe richting in wilde leiden. De muziek moest voortaan in dienst staan van het drama en niet van ijdele zangers die alleen maar geïnteresseerd waren in het etaleren van hun zangkunsten.

Orfeo ed Euridice werd in de twintigste eeuw beroemd door een opname met de legendarische alt Kathleen Ferrier in de rol van Orpheus. In deze opname uit 1951 is ze te horen in de beroemde aria Che Puro Ciel die Orpheus zingt als hij na een barre tocht door de onderwereld het paradijs bereikt waar hij zijn overleden geliefde Euridice hoopt terug te vinden.

Bij de Ferrier-opname ging het echter niet om Glucks oorspronkelijke versie van de opera. De uitvoering was gebaseerd op een bewerking die de 19e-eeuwse componist Berlioz maakte. Gluck componeerde Orfeo ed Euridice voor Wenen, waar de hoofdrol gezongen werd door een castraat. Later maakte hij een Franstalige versie voor Parijs, waarbij hij rekening hield met de wensen van het Franse publiek. De Fransen moesten niets hebben van castraten, dus werd de rol van Orphée uitbesteed aan een haut-contre, een hoge tenorstem. Het Franse publiek was dol op ballet, dus componeerde Gluck meer balletmuziek voor de opera, waaronder het beroemde Ballet des Ombres Heureuses.

Wie geïnteresseerd is in een cd-opname van Glucks meesterwerk kan dus kiezen uit meerdere opnamen van verschillende versies. Een van de meest geprezen opnamen is de Orfeo ed Euridice (Weense versie) van dirigent Gardiner met de countertenor Derek Lee Ragin als Orpheus. In de aria Che farò senza Euridice vraagt een wanhopige Orpheus zich af wat hij zonder zijn geliefde moet doen, nu hij haar voor de tweede keer verloren heeft.

Maar smaken verschillen. Wie van grotere stemmen en een voller orkestgeluid houdt, kan eens luisteren naar deze Berlioz-versie met de mezzosopraan Jennifer Larmore en dirigent Donald Runnicles. Als u liever een mannelijk stemgeluid hoort in de hoofdrol, kunt u de Orphée et Euridice (Parijse versie) proberen met tenor Richard Croft en dirigent Marc Minkowski. En voor de volledigheid, er bestaat ook nog een schitterende balletversie op dvd van choreografe Pina Bausch, gezongen in het Duits.

Met Orfeo ed Euridice maakte Gluck dus korte metten met alle virtuoze zangpassages die de aandacht van het drama en de poëzie afleidden. Of toch niet? In realiteit componeerde Gluck nog meerdere opera’s in de oude stijl, hoewel zijn nieuwe ideeën zich ook hier in meer of mindere mate manifesteerden. Virtuositeit werd gekoppeld aan expressiviteit. Goede stof dus voor coloratuurtovenares Cecilia Bartoli, die een cd wijdde aan opera-aria’s van Gluck op teksten van de Italiaanse dichter Metastasio.

Bartoli’s album uit 2001 zette Gluck weer helemaal op de kaart. De operawereld besefte dat Gluck meer geschreven had dan alleen Orfeo ed Euridice. Er kwam weer aandacht voor zijn andere meesterwerken. Dirigent Marc Minkowski maakte in dezelfde periode opnamen van een aantal van Glucks Franse opera’s. Iphigénie en Tauride is een van zijn beste opera’s, dankzij een goed libretto. Gluck schreef het werk voor Parijs. Het was een van de opera’s waarmee hij de Franse tragédie lyrique nieuw leven wilde inblazen.

Een andere mooie opname die Minkowski maakte is die van Armide. Gluck beschouwde dit werk als zijn beste opera. Dat schept hoge verwachtingen die - het moet gezegd worden - niet helemaal waargemaakt worden. Armide is een lange zit. Gluck schreef de opera op een libretto dat in zijn tijd al 100 jaar oud was. De opera is zo’n half uur langer dan zijn andere opera’s. Het bevat echter prachtige muziek. Onvergetelijk is de scène waarin Armide de hulp inroept van De Haat om haar te bevrijden van haar liefde voor Renaud. Tijdens de bezweringen bedenkt zij zich echter en smeekt De Haat het proces te stoppen. Wat hij doet, maar niet zonder de waarschuwing dat haar liefde een marteling voor haar zal zijn. De opname van deze scène met Ewa Podles als De Haat behoort tot mijn persoonlijke favorieten.

(CP)