Terug naar boven

Klassiek: Homocomponisten

Voor de klassieke homocomponisten was er geen Arie Boomsma om het ultieme gesprek voor te bereiden: "Pa, Ma, ik moet jullie wat vertellen..." De meesten werden postuum 'geout' door de gortdroge studies van de sociale wetenschappen. Helaas, want de muziekgeschiedenis kent ontroerende verhalen over vriendschappen, hechte solidariteit en vermakelijke roddels.

-Symfonie nr.6 Pathétique van Tsjaikovski

In 1875 ontmoetten Saint-Saëns en Tsjaikovski elkaar in Moskou. Beide componisten bleken hartstochtelijke balletliefhebbers te zijn. Enthousiast besloten ze tot het improviseren van een korte dansvoorstelling. Het ballet was naar het oude verhaal over de beeldhouwer Pygmalion die verliefd wordt op zijn gebeeldhouwde creatie Galatea. De veertig jaar oude Saint-Saëns danste de schone Galatea, de vijfendertigjarige Tsjaikovski nam de rol van Pygmalion op zich. Hun enige getuige was de begeleidende pianist Rubinstein, verder was er niemand in de zaal van het conservatorium.

-De Trein op.33a uit Symposium (over Tsjaikovski) van Peter Schat

Poulenc had eind jaren twintig moeite om zichzelf te vinden, verwikkeld als hij was in relaties met zowel mannen als vrouwen. Uiteindelijk was het de klaveciniste Wanda Landowska (foto) die Poulenc overhaalde om zijn homoseksualiteit te accepteren. Er was echter nog iets waarmee Poulenc in het reine moest zien te komen, en dat was zijn hang naar het katholieke geloof. Homo en katholiek, velen zullen het een onlogische combinatie vinden. Deze spagaat leverde echter Poulencs beste muziek op, zoals het Stabat mater.

-Stabat Mater van Poulenc

"Wat zijn jullie toch een stel mietjes, waarom kunnen jullie niet als echte mannen opkomen voor de moderne muziek." Met dit soort tendentieuze termen reageerde de Amerikaanse pionier Charles Ives op de critici van zijn experimentele muziek. Het leverde hem postuum de toorn op van de homogemeenschap. In 1997 leek Ives' politiek incorrecte imago echter ietwat bijgesteld te kunnen worden. Tijdens een tentoonstelling in New York ontdekte men namelijk een brief waarin Ives zijn welgemeende steun betuigde aan Henry Cowell, een collega componist die in de problemen was geraakt vanwege een zedenschandaal. Het moet een mooi gezicht zijn geweest daar in het Lincoln Center: een uitgelezen groepje Ives liefhebbers verenigd rond deze raadselachtige vondst.

-Hymn and fuguing tune nr.10 van Henry Cowell

Al decennia lang wordt er geroddeld over het liefdesleven van componist en dirigent Pierre Boulez. Zo zou hij een heimelijke relatie hebben met een Duitser die aan buitenstaanders steevast als zijn privé butler wordt voorgesteld. Waar of niet, de geruchten waren reden genoeg voor het geleerde duo Philip Brett en Elizabeth Wood om Boulez op te nemen in hun artikel over Gay and Lesbian Music in het gezaghebbende The New Grove. Dit was echter niet naar de zin van de New Grove redactie. Een groot aantal namen van nog levende musici en componisten werd in de eindversie geschrapt. "Te beginnen met Boulez", aldus het wrange commentaar van Brett en Wood.

-Peter Pears zingt Serenade op.31 van Benjamin Britten

Gelukkig de klassieke homoparen die privé en werk met elkaar wisten te combineren. Het bekendste voorbeeld is uiteraard dat van tenor Peter Pears en componist Benjamin Britten. Maar ook choreograaf Merce Cunningham en componist John Cage zaten aan de keukentafel om hun alternatieve producties van de grond te krijgen. Minder duurzaam was de liefde tussen Samuel Barber en Gian Carlo Menotti. Iets vergelijkbaars gold trouwens ook voor het dichtersduo (en librettisten) W.H. Auden en Chester Kallman. Ook deze namen echter blijven in de muziekgeschiedenis verenigd. Niet alleen vanwege hun parallelle levens, maar bovenal vanwege hun artistieke nalatenschap.

-Vanessa van Samuel Barber en Gian Carlo Menotti

Meredith Monk droeg haar album Impermanence op aan haar in 2002 overleden partner Mieke van Hoek. De titel verwees naar de boeddhistische leer over tijdelijkheid of vergankelijkheid, vanwege het verweven zijn van alles met alles. De titel slaat echter ook op verlies en rouwverwerking. Babeth M. VanLoo wijdde er een documentaire aan, getiteld Inner Voice.

-Impermanence van Meredith Monk

(HJ)