Terug naar boven

Wagners Der Ring des Nibelungen : Het verhaal in kort bestek

Wagners Ring is een tetralogie van vier opera’s, verdeeld over drie avonden en een vooravond. De delen zijn:
1. Das Rheingold
2. Die Walküre
3. Siegfried
4. Götterdämmerung

Dit artikel bevat een samenvatting van het hele verhaal. Elders op deze website vindt men een artikel over de ontstaansgeschiedenis.

-Götterdämmerung, het complot tegen Siegfried

-Zeer korte samenvatting
Ondanks de enorme omvang van zo'n 15 uur laat het verhaal zich kort samen vatten. Het verhaal draait om macht. Die machtsstrijd gaat ten koste van de natuurlijke banden tussen geliefden en familieleden. De belangrijkste personages zijn de oppergod Wotan, zijn dochter Brünnhilde en zijn kleinzoon Siegfried. De helden zijn verstrikt geraakt in de strijd om de macht, gesymboliseerd door een gouden ring. Vandaar dat Wotan droomt van een held die een einde maakt aan alle verwikkelingen. Zijn kleinzoon Siegfried is die beoogde held, althans dat had zo moeten zijn. Deze krachtpatser lukt het echter evenmin om de intriges te doorbreken. Ook hij raakt verstrikt, met als gevolg dat hij op een laffe manier wordt vermoord. Brünnhilde, zijn geliefde, neemt zijn rol over. Zij heeft wel de waardigheid om het grimmige verhaal tot een relatief goed einde te brengen.

-De afzonderlijke delen:

-1. Das Rheingold
Het verhaal speelt zich af in de wereld van de Noorse mythen. De goden verblijven in de hoogte. Ze zijn voor altijd jong, dankzij de gouden appels van Freia (Freya), de godin van de jeugd. De reuzen leven op de aarde. Onder de grond wroeten de dwergen (Nibelungen). De alwijze oermoeder Erda rust in de aarde. Haar dochters, de drie Nornen, spinnen de levensdraad. Erda is ook de moeder van de drie Reindochters. De wereld wordt van laag tot hoog bijeengehouden door een enorme boom. Dwars door de wereld stroomt de Rijn. De wereld is echter in verval, vanwege de machtshonger van verschillende personages. De oppergod Wotan (Wodan) houdt greep op de macht door allerlei eden en verdragen af te sluiten. Die afspraken zijn met runen gegrift op zijn speer, gemaakt van een tak van de centrale wereldboom.

-De Rijndochters

Het verhaal van Das Rheingold begint pas echt met de nare dwerg (Nibelung) Alberich. De dwerg hunkert tevergeefs naar de Rijndochters (Woglinde, Wellgunde, Floßhilde). Deze plagerige waternimfen bewaken het goud op de bodem van de Rijn. Toevallig hoort Alberich dat het goud van de Rijn met een magische spreuk omgesmeed kan worden tot een almachtige ring. Hiervoor hoeft iemand alleen maar de liefde af te zweren. Op liefde hoeft Alberich al niet meer te hopen. Hij zweert dus de liefde af en gaat er met het goud vandoor.

Ondertussen wil Wotan zijn macht nog verder uitbreiden door het bouwen van een burcht. Aan de bouwers, de reuzen Fasolt en Fafner, beloofde hij als loon zijn schoonzus Freia. Deze deal was feitelijk een list, verzonnen door de god van het vuur, Loge. Deze had Wotan beloofd dat hij wel een uitvlucht zou verzinnen voordat het tot betaling zou komen. De situatie dreigt echter uit de hand te lopen wanneer de reuzen hun loon komen opeisen. De goden, die ook van Alberichs goudroof hebben gehoord, stellen daarop Alberichs ring als beloning in het vooruitzicht. Wotan en Loge dalen vervolgens af naar het onderaardse rijk van de Nibelungen om de ring te bemachtigen, terwijl de reuzen Freia als onderpand meenemen.

-De goden dalen af naar het rijk van de Nibelungen

Onder de grond voert Alberich een schrikbewind. Zijn macht ontleent hij aan de ring. Zijn dwergen graven naar goud. Deze Nibelungenschat geeft macht aan wie haar bezit, vergelijkbaar met de goudvoorraad van een land. Wotan en Loge zien hoe Alberich zijn broer Mime mishandelt. Alberich kan dit dankzij een magische helm (de door Mime vervaardigde Tarnhelm), waarmee hij iedere gedaante kan aannemen die hij maar wil. Hij kan zelfs onzichtbaar worden, om zo iedereen te bespieden en dwars te zitten. Wotan en Loge zijn vol bewondering. Kan Alberich zich ook in een klein diertje veranderen, willen zij weten. Beledigd verandert Alberich zich in een pad. Wotan en Loge weten zo Alberich met gemak te overmeesteren. De goden eigenen zich de Nibelungenschat toe, inclusief de ring. De gefrustreerde Alberich spreekt daarop de vloek uit dat iedere bezitter van de ring zal sterven.

Eenmaal terug in de godenwereld wil Wotan de ring voor zichzelf houden. Oermoeder Erda echter waarschuwt Wotan voor de vloek van de ring, die het einde van de goden zal inluiden. Aarzelend staat Wodan de hele Nibelungenschat af aan de reuzen, inclusief de ring. De reuzen hebben het kleinood nauwelijk in hun bezit, of Fafner slaat zijn broer Fasolt dood. De vloek heeft daarmee zijn eerste dodelijke slachtoffer gemaakt. Wotan realiseert zich hoezeer alle spelers verstrikt zijn geraakt in de strijd om de macht. Hij vraagt zich af of hij wellicht bij een aardse vrouw een vrije held kan verwekken die de ring terug kan veroveren. Met die gedachte lopen hij en de andere goden over de regenboogbrug naar de nieuwe burcht. Trouwens, ook Alberich zint op kroost, als strategie om de ring terug te winnen.

-De goden betreden de burcht

-2. Die Walküre
Wotans strijd om de macht gaat door. Hij overweldigde Erda en verwekte zo negen militante dochters bij haar. Van deze Walkuren is Brünnhilde de belangrijkste. Zij is als het ware Wotans geweten. De Walkuren brengen de gesneuvelden van het slagveld naar de godenburcht, waar ze zullen beschikken over gefermenteerde honingdrank en animeermeisjes. Bij een aardse vrouw heeft Wotan de tweeling Siegmund en Sieglinde verwekt. Zij behoren tot het geslacht van de Wälsungen.

Op een dag keren Siegmund en zijn vader Wolf (Wotan incognito) terug van de jacht, om te ontdekken dat Siegmunds moeder is vermoord en Sieglinde is ontvoerd is door een vijandelijke stam (de Neidingen). Vervolgens raakt Siegmund ook nog zijn vader kwijt. Zijn eenzame bestaan is nijpend. Hij beschermt een tegen haar wil uitgehuwelijkte vrouw door haar broers te doden. Hun verwanten achtervolgen Siegmund om wraak te nemen. Siegmunds enige troost is de belofte dat hij in zijn hoogste nood een onoverwinnelijk zwaard zal vinden.

-Siegmund smeekt om het zwaard

Dat zwaard vindt hij zowaar wanneer hij tegen beter weten in zijn toevlucht zoekt in een vijandelijk huis. Daar is ook de ontvoerde Sieglinde, die onder dwang aan de wrede huiseigenaar Hunding (een Neiding) is uitgehuwelijkt. Tot overmaat van ramp blijkt Hunding een stamgenoot te zijn van Siegmunds achtervolgers. Voorlopig wordt Siegmund nog beschermd door het heilige gastrecht, maar na de nacht zal hij zich moeten verdedigen. Er is echter hoop. De gemeenschapshal is namelijk gebouwd rond een es, met daarin een zwaard dat er ooit door een vreemdeling (Wotan in vermomming) is ingeramd. Het mysterieuze zwaard (bijgenaamd Nothung) zal toebehoren aan wie sterk genoeg is om het eruit te trekken.

-Siegmund ziet het zwaard in de stam

Siegmund en Sieglinde herkennen elkaar als broer en zus. De hereniging is zo overweldigend, dat ze de liefde bedrijven, terwijl buiten de lente aanbreekt. Tenslotte trekt Siegmund (net als koning Arthur in een ander verhaal) het zwaard uit de stam.

-Het aanbreken van de lente

Siegmund en Sieglinde zijn nu beiden in levensgevaar. Ze slaan op de vlucht terwijl Hunding en zijn mannen hen achtervolgen. Ze staan echter onder de bescherming van hun vader, Wotan zelve, die zijn dochter Brünnhilde opdraagt om de tweeling bij te staan. Dit is echter tegen de zin van Wotans echtgenote Fricka, die de huwelijkse eer bewaakt. De ‘vrije’ (want buitenechtelijke, incestueuze) liefde van Siegmund en Sieglinde is daarmee in conflict. Wotan zit voor de zoveelste keer klem. Met tegenzin herroept hij zijn eerdere opdracht aan Brünnhilde. Cynisch hoopt hij dat de zoon van de Nibelung Alberich (Hagen, waarover verderop meer) een einde zal maken aan heerschappij van de goden. In eerste instantie gehoorzaamt Brünnhilde, ze bereidt Siegmund voor op zijn dood. Siegmund echter weigert het Walhalla te betreden zonder Sieglinde. Daarop besluit Brünnhilde de tweeling bij te staan, tegen het bevel van Wotan in.

- Die Walküre, inleiding tweede akte

Dit tot woede van Wotan die nu ook gedwongen wordt om zich in de strijd te begeven. Siegmunds zwaard Nothung spat in stukken uiteen op de speer van Wotan. Hunding grijpt daarop zijn kans om Siegmund neer te slaan, waarop Hunding met een onverschillig handgebaar wordt gedood door Wotan. In de chaos is Brünnhilde op de vlucht geslagen met de zwangere Sieglinde en de brokstukken van het zwaard Nothung. Wanhopig zoekt zij hulp bij haar zusters (de Walkuren), want ze beseft maar al te goed dat vader het op haar voorzien heeft.

-Rit van de Walkuren

Sieglinde en het kapotte zwaard zijn in veiligheid gebracht wanneer Wotan verschijnt om zijn ontaarde dochter te straffen. Brünnhilde verdedigt zich met het argument dat ze weliswaar niet naar Wotans bevel, maar wel naar Wotans intentie heeft gehandeld. Dankzij die ongehoorzaamheid zal Sieglinde immers het leven schenken aan de door Wotan gewenste held. Wotan komt tot bedaren. Zijn dochter wordt gestraft, haar goddelijkheid wordt haar ontnomen. Ze wordt op een rots in slaap gebracht, als prooi voor wie haar weet te vinden. Wotan omringt de rots echter met een vuurgloed. Alleen een echte held zal die gloed kunnen overwinnen. Daarmee heeft Brünnhilde de zekerheid dat haar toekomstige heer en meester haar waardig zal zijn.

- Wotans afscheid (Feuerzauber)

-3. Siegfried
Sieglinde is bevallen van Siegfried, waarop zij sterft. Echter niet voordat zij aan de dwerg Mime (broer van Alberich, zie Das Rheingold) de hele voorgeschiedenis heeft verteld. Mime adopteert de jongen in de hoop dat hij de ring voor zichzelf kan veroveren. Siegfried echter minacht Mime. Hij kan zich niet voorstellen dat de nare dwerg werkelijk zijn vader is. Van Sieglinde heeft Mime ook het kapotte zwaard Nothung geërfd. Het lukt Mime maar niet om het zwaard te repareren. Van een zwerver (Wotan incognito) verneemt hij dat alleen iemand zonder vrees dat kan. En wie zou dat anders zijn dan de onervaren Siegfried? Siegfried heeft hoe dan ook geen vertrouwen meer in het vakmanschap van Mime. Hij smeedt zelf op eigenzinnige wijze het zwaard, waarna hij het aambeeld met één slag doormidden slaat. Ondertussen heeft Mime het plan opgevat om Siegfried te vergiftigen.

-Siegfried smeedt het zwaard

De reus Fafner heeft zich met behulp van de Tarnhelm veranderd in een even gevaarlijke als vadsige draak. Zo bewaakt hij de Nibelungenschat. Siegfried, nog steeds zonder vrees, verslaat de draak Fafner met het herstelde zwaard. Siegfried proeft van het drakenbloed, waarop hij ineens de taal van de dieren kan verstaan. Hij is zelfs in staat om de slechte gedachten van anderen te raden. Hij trapt dan ook niet in het boze bedrog van Mime, die Siegfried wil doden met vergif. Zonder scrupules doodt Siegfried zijn pleegvader. Een vogeltje vertelt Siegfried van een slapende vrouw op een rots, omringd door een zee van vuur. Alleen een held zonder vrees kan die vuurzee passeren. Enthousiast gaat Siegfried op weg naar de rots, want de held zonder vrees verlangt naar een metgezel.

-De woudvogel
-Wotan wekt Erda
-Siegfried nadert de rots met Brünnhilde

Wotan probeert Siegfried tegen te houden, nadat hij eerder een verontrustend gesprek heeft gehad met oermoeder Erda. Siegfried slaat Wotans speer doormidden, en dat met hetzelfde zwaard dat eens op Wotans speer stuk geslagen was. Siegfried waadt zonder angst door de vuurzee. Van de slapende figuur verwijdert hij de bepantsering, waarop hij voor het eerst in zijn leven huivert. Het is namelijk de eerste keer dat hij een vrouw ziet. De ontwaakte Brünnhilde beseft dat zij niet langer onsterfelijk is. Uiteindelijk bezwijkt zij voor Siegfrieds hartstocht.

-4. Götterdämmerung
Het einde van de goden nadert. Wotan heeft de verdorde wereldboom geveld. Het brandhout heeft hij opgestapeld rond de burcht van de goden, in afwachting van de ondergang. De drie Nornen, dochters van Erda, spinnen de draad van het lot. De draad echter breekt af. Het einde is pas echt daar wanneer de vervloekte ring terugkeert naar de Rijndochters. De door Siegfried op Fafner veroverde ring is op dat moment in het bezit van Brünnhilde. Ze kreeg de ring van Siegfried, als bezegeling van hun liefde.

-Siegfried en Brünnhilde

Er zijn nog wel meer personen die de ring willen hebben. Siegfried en Brünnhilde raken verwikkeld in allerlei grimmige complotten aan het hof van de Gibichungen. Hier woont Gunther met zijn zus Gutrune en hun halfbroer Hagen. Vooral Hagen is een sinistere figuur. Hagen is door Alberich (de eerste ringeigenaar) verwekt, als strategie om de ring terug te veroveren. De stamreeks Alberich & Hagen vormt zo een duistere parallel van de stamreeks Wotan, Siegmund & Siegfried. Hagens monologen behoren tot de meest griezelige muziek van de hele Ringcyclus. Ook de sardonische wijze waarop hij zijn vazallen bespeelt is een indrukwekkend staaltje politieke satire.

-Hagens monoloog Hier sitz' ich zur Wacht
-Hagen roept zijn vazallen op

Iedereen bedriegt iedereen, met twee geplande bruiloften als gevolg. Dat zit zo: Hagen benevelt Siegfried met een toverdrank, waarop Siegfried zijn liefde voor Brünnhilde vergeet. Siegfried verraadt daarop Brünnhilde en berooft haar van de veelbesproken ring, waardoor haar macht gebroken is. Brünnhilde wordt tegen haar wil gekoppelt aan Gunther, terwijl Siegfried volgens plan gaat trouwen met Gutrune. Brünnhilde is geschokt, zij is immers Siegfrieds geliefde. De wilsonbekwame (want betoverde) Siegfried ontkent echter dat hij iets met Brünnhilde had. Beiden zweren hun gelijk op de speer van Hagen. Samenvattend: Brünnhilde is bedrogen door Siegfried, Gunther is in zijn eer aangetast door Siegfried (want hij realiseert zich dat zijn bruid toebehoort aan een ander) en Hagen wil de ring van Siegfried. Brünnhilde, Gunther en Hagen sluiten vervolgens een complot om Siegfried te doden.

Brünnhilde verklapt aan Hagen dat zij met haar magische runen niet de moeite heeft genomen om Siegfrieds rug te beschermen. De held Siegfried zal immers nooit zijn rug naar de vijand toekeren. De aanslag wordt gepleegd tijdens een jachtpartij, juist op het moment dat Siegfrieds geheugen zich herstelt (opnieuw door een drankje van Hagen) en hij zich zijn liefde voor Brünnhilde herinnert. Voor Hagen is deze bekentenis het excuus om toe te slaan. Voor even keert Siegfried Hagen de rug toe, omdat Wotans raven zijn aandacht trekken. Hagen grijpt zijn kans. Hij treft Siegfried dodelijk in de rug met zijn speer.

-Treurmars voor Siegfried

In de gemeenschapshal staan de Gibichungen elkaar naar het leven vanwege de laffe moord op Siegfried en vanwege de ring. In het conflict wordt Gunther gedood door Hagen. Hagen wil daarop de ring grijpen. Hij deinst echter terug, omdat het lijk van Siegfried op macabere wijze zijn vuist verheft. Waardig treedt Brünnhilde naar voren om zich de ring toe te eigenen. Zij doorziet nu alles. Het is nu aan haar om alle verwikkelingen uiteen te zetten en te duiden. In een adembenemende monoloog verklaart zij dat de ring teruggaat naar de Rijndochters, zodat de vloek van het goud eindelijk gebroken is. Aan alvader Wotan belooft zij de eeuwige rust: het einde van de goden is daar. Vervolgens ontsteekt zij het hout voor de crematie van Siegfried. Ze offert zichzelf op door met haar paard in het vuur te springen, met de ring aan haar vinger. Zo verenigt zij zich met haar geliefde. De gemeenschapshal gaat in vlammen op, de Rijn treedt buiten zijn oevers, ook de burcht van de goden wordt door vlammen verteerd. In een laatste poging probeert Hagen alsnog de ring te grijpen. Tevergeefs. In het apocalyptische geweld wordt hij met ring en al meegesleurd door de Rijndochters. De wereld van de goden vergaat, de toekomst is aan de mens.

-Slotmonoloog van Brünnhilde
-Het goud keert terug in de Rijn

(HJ)