Terug naar boven

Klassiek: 10 legendarische uitvoeringen van Bachs Goldbergvariaties

In de afgelopen honderd jaar zijn Bachs Goldbergvariaties letterlijk talloze keren op geluidsdrager vastgelegd. Alleen al op cd vind je bij muziekweb.nl meer dan 220 uitgaven. Hoe vind je je weg door dit bijna ondoordringbare woud van interpretaties en versies? We zetten tien opmerkelijke opnames op een rij, die elk opvallen vanwege de legendarische status of de bijzondere aanpak.

Voor de duidelijkheid, dit artikel richt zich uitsluitend op de uitvoeringen op klavecimbel en piano. Bijzondere transcripties en bewerkingen komen in een apart artikel uitgebreid aan bod.

Valse start
We beginnen met een valse start. Zover bekend was Rudolf Serkin (1903-1991) de eerste pianist die Bachs Goldbergvariaties überhaupt op geluidsdrager vereeuwigde. In 1928 zette hij dit werk voor de fabriek van Welte Mignon op pianorol. Een echte ‘opname’ is het niet, want pedaalgebruik en dynamiek kun je op een pianorol nauwelijks vastleggen. Het blijft dus gissen hoe zijn spel in werkelijkheid geklonken heeft. Maar, Serkins Bach-interpretaties van latere datum geven wel een indicatie. Luister maar eens naar deze opname uit 1964 van het langzame deel uit Bachs Brandenburgs Concert nr. 5.

Rudolf Serkin - Bach Brandenburgs Concert nr. 5 : II. Adagio affetuoso

Eerste doorbraak: Wanda Landowska
Het mag een klein wonder heten dat Serkin de Goldbergvariaties nagenoeg integraal opnam. Van negentiende-eeuwse uitvoeringen door bijvoorbeeld Franz Liszt weten we dat vaak alleen losse variaties op het programma stonden. Ook musicus, musicoloog en muziekantiquair Alfred James Hipkins (1826-1903) speelde tijdens een recital in 1886 slechts een selectie. Om het stuk nieuw leven in te blazen deed hij dat - uniek voor die tijd - op een klavecimbel. Toch moesten de Goldbergvariaties nog een halve eeuw op hun definitieve doorbraak wachten. Voor die doorbraak zorgde klavecinist Wanda Landowska (1879-1959). Ze was een ware virtuoos op het instrument en gezegend met een sterke muzikale persoonlijkheid. Hoewel haar interpretatie voor huidige oren wellicht gedateerd klinkt, was zij het die de Goldbergvariaties bij een groter publiek bekend maakte.

Wanda Landowska - Goldbergvariaties : Aria

De vertraagde primeur van Claudio Arrau
Ook de jonge Claudio Arrau (1903-1991) maakte zich als beginnend pianist sterk voor Bachs klaviermuziek. Die interesse dankte hij wellicht aan zijn leraar Martin Krause (op zijn beurt weer een leerling van Liszt). De lessen van Krause waren gebaseerd op het fundament van Bachs muziek. Zo moest Arrau alle preludes en fuga’s uit het Wohltemperierte Klavier in alle toonsoorten kunnen spelen. Met zoveel Bach in de vingers is het niet zo gek dat de zeventienjarige Arrau tijdens zijn Londense debuut in 1920 de Goldbergvariaties op het programma had staan. Bach op piano was in die tijd gemeengoed. In een interview vertelt hij daarover: ‘[Er bestond geen twijfel over] dat het correct was om Bach op de piano te spelen. Het was de enige manier. Landowska was nog niet verschenen.’ In 1942 maakte Arrau de eerste volledige piano-opname van de Goldbergvariaties. Gek genoeg duurde het vervolgens 46 jaar voordat deze opname in 1988 officieel werd uitgebracht.

Claudio Arrau - Goldbergvariaties : Variatio 1

Gustav Leonhardt de pionier
Serkin, Landowska en Arrau gingen ieder op hun eigen manier integer om met Bachs Goldbergvariaties. Desondanks klonk in hun interpretaties de traditie van de negentiende eeuw door. Daartegenover ontstond een nieuwe beweging van musici die barokmuziek zeer nauwgezet wilde uitvoeren, de zogenoemde ‘Werktreue’ traditie. De muziek moest precies worden gespeeld zoals ze was opgeschreven. De jonge Gustav Leonhardt (1928-2012) groeide op in deze traditie, maar gaandeweg begon het te knagen. ‘Als musicus werd dat nuchtere spel onverdraaglijk voor me’, vertelt hij in een interview. Aan de hand van diepgaand bronnenonderzoek kwam hij tot nieuwe inzichten en interpretaties, waarbij de ‘sprekende’ werking van muziek zijn belangrijkste uitgangspunt werd. Daarmee gold en geldt hij nog altijd als een van de voornaamste pioniers van de historische uitvoeringspraktijk. Zijn opname uit 1953 van de Goldbergvariaties was voor velen een regelrechte openbaring. De uitvoering is misschien nog niet zo gestroomlijnd als die van zijn latere opnames uit 1965 en 1978, maar daartegenover staat de durf en het nieuwe elan dat uit zijn spel spreekt.

Gustav Leonhardt - Goldbergvariaties : Variatio 16

Glenn Gould maakt de Goldbergvariaties wereldberoemd
Ook Glenn Gould moest weinig hebben van de ‘Werktreue’ traditie. Anders dan Gustav Leonhardt dook hij niet in oude traktaten en manuscripten, maar ging juist op zoek naar een nieuwe, creatieve interpretatie van het werk. Daarbij speelde zijn eigen persoonlijkheid als pianist een grote rol. In 1955 verscheen Goulds eerste opname van de Goldbergvariaties, waarmee de dan 23-jarige pianist én het stuk op slag wereldberoemd werden. Een groot verschil met Leonhardt zijn de hoge tempi bij Gould. Ook Gould leverde meerdere opnames af. Fenomenaal is de release van 1981. Daarin lijkt Gould in rustiger vaarwater gekomen. Wat deze opname extra bijzonder maakt, is dat de pianist alle tempi relateert aan één basis-puls, wat de muziek een bijzondere mate van eenheid geeft.

Glenn Gould 1981 - Goldbergvariaties : Variatio 17

Het barokke meesterschap van Ton Koopman
Als één klavierspeler de barokke virtuositeit tot meesterschap heeft verheven, dan is het Ton Koopman. Als leerling van onder meer Gustav Leonhardt is Koopman weliswaar volledig geworteld in de historische uitvoeringspraktijk. Daarin heeft hij wel een eigen plaats. Zijn soms grillige trillers en voorslagen, en het toevoegen van eigen versieringen aan de muziek doen de wenkbrauwen van menig muziekcriticus fronsen. Aan de andere kant geven ze blijk van Koopmans uitbundige muzikale temperament.

Ton Koopman - Goldbergvariaties : Variatio 7

Bach in handen van jazzpianist Keith Jarrett
In 1989 verraste jazzpianist Keith Jarrett de muziekwereld met zijn opname van de Goldbergvariaties. Een donderslag bij heldere hemel was het niet. Wie zijn oeuvre een beetje kende, wist al wel dat Jarrett zich naast jazz ook graag met het klassieke werk bezighield. Extra bijzonder aan zijn opname is dat de jazzpianist het stuk op klavecimbel uitvoerde. Qua interpretatie leverde het weliswaar een oprechte, maar wellicht niet de spannendste opname op. Maar toch, het toont des te meer de muzikale veelzijdigheid van een van grootste jazzpianisten van de late twintigste eeuw.

Keith Jarrett 1989 - Goldbergvariaties : Variatio 18

Van de meditatieve rust bij Murray Perahia...
Natuurlijk, de beste uitvoering van de Goldbergvariaties bestaat niet, maar de opname van Murray Perahia geldt voor velen als een van de mooiste. Wie van een meer meditatieve interpretatie houdt, kan zich aan deze opname laven. Rust, aandacht voor detail en de sublieme opnametechniek dragen bij aan de totaalervaring van de Goldbergvariaties. BBC Music Magazine was er destijds helder over: ‘hartverwarmend en temperamentvol’.

Murray Perahia - Goldbergvariaties : Variatio 19

...tot de robuuste grootsheid van Andreas Staier
Sommige opnames zijn net zo beroemd om het bespeelde instrument als om de speler. Dat geldt in ieder geval voor het album van Andreas Staier. Voor zijn opname uit 2009 liet hij een kopie maken van een klavecimbel uit 1734 van de beroemde bouwer Hieronymus Albrecht Hass (1689-1752). Hass had hiermee een van de grootste instrumenten van zijn tijd vervaardigd. De meerdere klavieren en registers (zoals een luitregister), en de klankrijkdom van het klavecimbel doen bijna aan een orgel denken. Staier gaat aan dit instrument voortvarend te werk. Met circa veertig minuten speeltijd op de teller (de herhalingen niet meegerekend) levert hij een van de snelste uitvoeringen af.

Andreas Staier 2010 - Goldbergvariaties : Variatio 20

Minimalist Víkingur Ólafsson versus dansmeester András Schiff
25 jaar deed pianist Víkingur Ólafsson er naar eigen zeggen over om tot zijn visie op Bachs Goldbergvariaties te komen. Het resultaat is een totaal uitgebalanceerde vertolking van de notentekst. Alles is onder controle en klinkt fris, schoon en kristalhelder. Je zou Ólafssons interpretatie misschien wel de meest minimalistische kunnen noemen. Zelfs aan de herhalingen van de variaties voegt hij geen extra noten toe. Een mooie tegenhanger vormt de lezing van András Schiff. Daar waar Ólafsson alle ritmische grilligheid lijkt te vermijden, zet Schiff vol in op het dans-karakter van een aantal variaties, zoals die van een barok menuet, een polonaise en een gigue. Vergelijk maar eens hoe beide heren variatio nr. 7, door Bach aangeduid met ‘al tempo di giga’ (in het tempo van een gigue) benaderen.

András Schiff - Goldbergvariaties : Variatio 7
Víkingur Ólafsson (2023) - Goldbergvariaties : Variatio 7

Met Víkingur Ólafsson eindigt de reis door honderd jaar opnamegeschiedenis van de Goldbergvariaties. Maar het stopt natuurlijk niet. Altijd valt er wel weer wat nieuws te ontdekken, waardoor grote muzikale geesten zich laten inspireren. Met Bachs meesterwerk kunnen we nog eeuwen vooruit.

JWvR