Terug naar boven

Klassiek: Fanny Mendelssohn, componist

Waarom spreken we nog steeds van vrouwelijke componisten? We hebben het toch ook niet over mannelijke componisten? Compositieleraar Ton de Leeuw had begin jaren zestig alleen jongens als student. Aan het einde van zijn loopbaan, midden jaren tachtig, waren de vrouwen bezig met een inhaalslag, zo constateerde hij. Tijdens een workshop in Amsterdam telde hij acht jonge vrouwen uit verschillende landen naast 10 mannen. Die vrouwen waren net zo goed als de mannen in zaken als creativiteit, intelligentie en gevoel voor vorm en technische beheersing (Jan Nuchelmans jr. - Muziek in de 20ste eeuw, 1995).

-Strijkkwartet in Es van Fanny Mendelssohn, Nash Ensemble

Het is niet verrassend dat componerende vrouwen ooit een ondergeschikte positie innamen. De leertijd van een componist is lang. Niet alleen aanleg en opleiding, maar ook de familie, de omgeving en de omringende cultuur moeten meewerken. Sommige componisten kwamen uit arme en/of disfunctionele families waar een muzikale carrière niet altijd gestimuleerd werd. Anderen werden gedrild door een autoritaire vader die het jeugdige talent als ‘Wunderkind’ wilde exploiteren. Veel componisten moesten zich losmaken van hun geboortegrond om zich in Berlijn, Parijs, Londen of Wenen te kunnen ontplooien. Vooral voor vrouwen was zo’n ontwikkelingsgang vaak een onmogelijke opgave.

-Sonate in g van Clara Schumann, Jozef De Beenhouwer (piano)

-Clara Schumann
Een uitzondering was Clara Schumann-Wieck. Zij erfde de zelfstandigheid van haar moeder en de discipline van haar vader. Na acht jaar huwelijk vertikte de moeder het om zich nog langer te onderwerpen aan de alles controlerende vader. Clara’s vader, tevens haar pianoleraar, was een tiran die zijn dochter als wonderkind drilde. Hij leerde zijn dochter echter ook hoe ze praktisch een carrière moest organiseren. Tijdens haar huwelijk met Robert Schumann was Clara als concertpianist waarschijnlijk beroemder dan haar echtgenoot. Clara’s componeren schoot er echter bij in vanwege haar rol als moeder en loyale echtgenote. Na de dood van Robert onderhield ze een groot gezin met pianospelen en lesgeven. Zie ook het artikel over Clara Schumann en Brahms.

-Fanny en haar familie
Fanny Mendelssohn had het voorrecht dat ze deel uitmaakte van een welgestelde familie. Niet dat er geen problemen waren. De liberale principes van de vader botsten met de harde realiteit van de Napoleontische oorlogen. Met als gevolg dat de familie in 1811 uitweek van Hamburg naar Berlijn. Het is de vraag of Fanny daar veel van meegekregen heeft. Ze groeide beschermd op, wat zowel een voor- als een nadeel was. Niets stond haar in de weg om haar muzikale talenten te ontplooien, althans achter de schermen. Een publieke carrière echter was uit den boze. Zoiets gaf geen pas voor een meisje van haar stand. Haar jongere broertje Felix ontwikkelde zich professioneel. Voor Fanny mocht de muziek niet meer zijn dan een ornament in haar leven, aldus haar vader.

-Sehnsucht nach Italien van Fanny Mendelssohn, Barbara Schlick (sopraan)

In 1821 ontmoette de zestienjarige Fanny de kunstschilder Wilhelm Hensel. Ze werden verliefd. De familie zag het huwelijk nog niet direct zitten. Fanny mocht van haar moeder zelfs niet met Wilhelm corresponderen toen hij in 1823 voor vijf jaar afreisde naar Italië. Fanny’s gezinsleden waren geassimileerde joden die zich tot het protestantisme hadden bekeerd. De Lutherse familie was doodsbang dat Wilhelm in Italië katholiek zou worden. Fanny vond een uitlaatklep in het componeren van liederen. Dat was tenminste een genre waarmee een vrouw zich met fatsoen kon inlaten. Alleen al dat jaar componeerde ze er meer dan 30.

-Symfonie voor strijkorkest nr.8 van Felix Mendelssohn, Lev Markiz (dirigent)

De Mendelssohns waren zeer bevoorrecht. Ze ontplooiden talloze muzikale activiteiten, waaraan ook Fanny bijdroeg. Haar geniale broertje Felix kon hier zijn vroege symfonieën voor strijkorkest laten uitvoeren, geld was geen probleem. Sommige van Fanny’s vroege liederen werden stiekem met die van haar broer gepubliceerd onder Felix’ naam. Soms moest Felix toegeven dat een favoriet lied eigenlijk van Fanny was.

-Ouverture Ein Sommernachtstraum van Felix Mendelssohn, Hans Vonk (dirigent)

-Huwelijk met de kunstschilder Wilhelm Hensel
In 1828 keerde Wilhelm Hensel terug uit Italië. Een jaar later trad hij in het huwelijk met Fanny. Inmiddels waagde Fanny zich ook aan andere genres dan het lied. In 1831 voltooide ze de cantates Lobgesang, Hiob en de Choleramusik. Bach was altijd een favoriet geweest binnen de familie, zeker nadat Felix in 1824 een partituur van Bachs Matthäuspassion had gekregen van zijn grootmoeder.

-Cantate Hiob van Fanny Mendelssohn, Florilegium Musicum

Fanny’s pogingen in de koor- en kamermuziek vielen niet goed bij haar broer. Ondanks de hechte band tussen broer en zus liet Felix zich hier van een nare kant zien. Hij negeerde eenvoudigweg Fanny’s composities, of hij gaf scherpe kritiek. Fanny trok het zich aan. Haar puntgaaf uitgewerkte Strijkkwartet in Es uit 1834 was een van de eerste strijkkwartetten van een vrouw. In Fanny's oeuvre vormt dit relatief serene werk een mooi contrast met het gepassioneerde Pianotrio van 1847. Na Felix’ kritiek waagde Fanny zich niet meer aan een tweede kwartet.

-Pianotrio op.11 van Fanny Mendelssohn, Trio Ernest Chausson

-De reis naar Italië
In 1839 ging Wilhelm nogmaals naar Italië, ditmaal met Fanny. Het werd een keerpunt in haar leven. De Italiaanse zon en cultuur hielp haar om het Pruisische keurslijf achter zich te laten. Ze voltooide talloze liederen, vocale duetten, kwartetten en pianostukken. Een hoogtepunt na haar terugkeer werd de pianocyclus Das Jahr (1841). De cyclus bestaat uit karakterstukken naar de maanden van het jaar. Wilhelm voorzag het reisalbum met illustraties.

-November uit Das Jahr van Fanny Mendelssohn, Lauma Skride (piano)

Ondanks een depressie na de dood van haar moeder begon Fanny in 1843 aan een ambitieus project: Scènes uit Faust II. De titelheld Faust ontbreekt opmerkelijk genoeg in dit vocale werk met pianobegeleiding. Het werk kent enkel vrouwelijke solisten en een vrouwenkoor. Datzelfde jaar voltooide ze een pianosonate.

-Szene aus Faust van Fanny Mendelssohn, Heidelberger Madrigalchor

-Publicaties
De veertigjarige Fanny verklaarde dat ze net zo bang was voor het oordeel van haar geliefde broer Felix als ze op veertienjarige leeftijd was voor haar vader. In 1846 hakte ze de knoop door. Ze publiceerde zes vroege liederen (1837-41) als haar opus 1. Haar opus 2 behelsde vier eerdere pianostukken (1836-43). Haar opus 3 bevatte de recent gecomponeerde Gartenlieder voor vierstemmig vocaal ensemble. Het reeds genoemde Pianotrio (1847) zou postuum gepubliceerd worden als op.11.

-Gartenlieder op.3 van Fanny Mendelssohn, Heidelberger Madrigalchor

In mei 1847 kreeg Fanny thuis een hartaanval terwijl ze aan de piano de muziek van haar broer repeteerde voor de Sonntagsmusiken. Ze overleed dezelfde nacht. De dag ervoor had ze haar laatste lied gecomponeerd: Bergeslust, naar een tekst van Eichendorff. Ze was al begraven toen Felix het nieuws hoorde. Felix schreeuwde het daarop uit en verloor zijn bewustzijn. Vijf maanden later overleed ook hij, eveneens aan een reeks hartaanvallen.

-Bergeslust op.10 nr.5 van Fanny Mendelssohn, Anne Grimm (sopraan)

(HJ)