In de 16e eeuw nam de klaviermuziek een enorme vlucht. Venetië, Madrid, Londen, overal ontstonden klavierscholen. In Sweelinck - organist van de Oude Kerk in Amsterdam - kwamen deze tradities samen.
De Noord-Duitse orgelmeester Buxtehude schreef virtuoze orgelmuziek waarvoor niet alleen lenige vingers, maar ook snelle voeten nodig zijn. Deze orgelkunst was van directe invloed op de jonge Bach.
Bach is het brandpunt van de hele orgelgeschiedenis. Alles nam hij in zich op, al zijn voorgangers overtrof hij. Ook na zijn dood stuwde zijn grootheid de orgelcultuur voort.
Cantabilé (zangrijk). Dat is de treffende titel van een melodieus orgelstuk van César Franck. Onder de handen van deze Parijse meester klonk het orgel als een zingende engel.
Max Reger was een man van extremen. Zijn copieuze levensstijl droeg bij aan een vroege dood. Geen wonder dat zijn muziek voortdurend laveert tussen levenslust en doodsangst.
Het orgel heeft voor velen een behoudend imago. Ironisch genoeg zijn haar beste vertegenwoordigers vaak zeer avontuurlijk. Messiaen voegde zelfs vogelzang toe aan zijn kleurrijke experimenten.