Retour au début de page

Curiosa klassiek: Amateurs

Amateurs zijn zeer belangrijk in de muziek. Sweelinck, Bach en Beethoven hadden een aanzienlijk deel van hun composities nooit van de grond gekregen zonder de hulp van amateurs en semiprofessionele gezelschappen. De term ‘amateur’ heeft echter ook een minder vriendelijke kant. Over die dubbelzinnigheid gaat het hier.

In veel opinies heerst de waan van de dag, reputaties zijn maar betrekkelijk, er is niets zo vergankelijk als de roem. Wat heb je er dan aan als je door de muzen gezegend bent, maar je tijdgenoten zien het niet... Geen wonder dat Mozart op een gemene manier wraak nam op zijn minder begaafde collega’s. Zijn serenade Ein musikalischer Spass is een aaneenrijging van amateuristische blunders, onbenullige thema’s, foute harmonieën en knullige modulaties.

(Ein musikalischer Spass van deze cd)

Er zijn trouwens genoeg amateurs die voor professioneel of semiprofessioneel kunnen doorgaan. Zoals Constantijn Huygens, de diplomaat die als secretaris in dienst was van prins Frederik Hendrik en Willem II. Huygens onderhield contacten met talloze cultuurdragers, waaronder Descartes, Rembrandt en Corneille. Huygens was verdienstelijk als dichter en amateurcomponist. In 1647 publiceerde hij Pathodia sacra et profana, liederen voor zangstem en basso continuo.

(Een mooi voorbeeld van deze cd, met Huygens' complete bundel)

In de Russische muziek is zelfs een heel collectief van amateurcomponisten aan te wijzen. We hebben het dan over het ‘machtige hoopje’, een groep van vijf Russische nationalisten met vrijwel geen muzikale achtergrond. Borodin was eigenlijk een scheikundige. Rimsky-Korsakov componeerde zijn eerste symfonie terwijl hij de wereld rondvoer als marineofficier. Moessorgski was een militaire officier en een ambtenaar voordat de alcohol hem het werken onmogelijk maakte. Met zijn Schilderijententoonstelling en de opera Boris Godunov was hij ongetwijfeld de meest geniale van de groep. Instrumentatie was echter niet zijn sterkste kant. Vandaar dat Rimsky-Korsakov en Ravel zijn partituren postuum bewerkten.

Moessorgski's Schilderijententoonstelling in de uitvoering van Herbert van Karajan.

Een merkwaardig geval is Gilbert Kaplan. Lange tijd beschouwde men hem als een zonderlinge amateurdirigent, die bij allerlei grote orkesten langs ging om de Tweede Symfonie van Mahler te dirigeren. Kaplan ontwikkelde zich echter als een belangrijk autoriteit met betrekking tot dit specifieke werk. Zo was hij ondermeer betrokken bij een kritische editie van de symfonie, die door Universal Edition en The Kaplan Foundation is uitgegeven.

De opening van Mahlers 2e symfonie onder Kaplan.

Sommige grote componisten hebben in enkele gevallen maar zo weinig op papier gezet dat je het net zo goed als 'amateuristisch' zou kunnen afdoen. Zoals John Cage, die in 1952 zijn tong naar het publiek uitstak door een pianist vier minuten en drieëndertig seconden stil te laten zitten. Over die 4’33" heeft de kunstwereld het overigens nog steeds. Er is dus toch iets bijzonders mee aan de hand...

(Een van de opnamen van Cages anti-stuk.)

Terry Riley's In C (1964) is een ware happening voor amateurs. Een dirigent komt er niet aan te pas, iedereen kan meedoen. Men dient zich slechts te houden aan een partituur van 53 opeenvolgende motiefjes. Je mag zelf weten hoe vaak een bepaald motiefje herhaald wordt. Even pauzeren is ook toegestaan. Samenwerking wordt echter wel op prijs gesteld: juist door naar elkaar te luisteren en op elkaar te reageren worden de meest wonderlijke klanken en kleuren geweven. Iedere uitvoering van In C klinkt hierdoor anders, hoewel het toch steeds om hetzelfde stuk gaat.

(Een opname van In C op deze cd)

En dan is er natuurlijk nog Florence Foster Jenkins, de sopraan die zo afschuwelijk zong dat ze een cultheld werd. Over haar leven is een film gemaakt, met Meryl Streep in de hoofdrol en Hugh Grant als haar manager...

(Florence Foster Jenkins zingt de Koningin van de Nacht op deze cd)

(HJ)