De Missa Prolationum van Johannes Ockeghem is al sinds kort na zijn dood beroemd, of beter: berucht geworden. In deze mis haalt Ockeghem alle trucs te voorschijn die je met de canon kunt uithalen. In Vader Jacob zing je het melodietje gewoon precies zó na, als je hem net gehoord hebt. Vele componisten hebben gezien hoe je dit spannender kan maken, door de melodie niet letterlijk te herhalen, maar
… door er veranderingen in aan te brengen. Bijvoorbeeld: zing de melodie twee keer zo langzaam, of een toon hoger, of een kwint lager, of zelfs achterstevoren. En dan wordt het een hele uitdaging om de canon mooi klinkend te krijgen. Je hoort het er dan ook niet aan af, dat de Missa Prolationum van Ockeghem aan elkaar hangt van de meest gecompliceerde canons. Sterker nog: in vele passages klinken twee canons tegelijkertijd! En elke keer weer op een andere manier, en wel zo dat in de hele mis alle mogelijke intervallen langskomen. Bovendien staan de navolgende stemmen ook in een andere maatsoort (‘prolatie’ – vandaar de naam) dan de beginnende stemmen. Ockeghems tour de force was dan ook een voorbeeld voor alle componisten na hem, die van canons hielden – tot Bach aan toe. (TC)plus