In 1940 kreeg John Cage de opdracht voor een ballet. Omdat er in het geplande theater te weinig ruimte was voor een slagwerkgroep, besloot Cage de beschikbare vleugel om te bouwen tot een slagwerkinstrument. Hij deed dit door zaken als schroeven, bouten, rubberen strips en stukjes hout tussen de snaren te duwen. Hierdoor werd de klank zodanig vervormt dat de piano niet meer als een piano, maar als
… een soort gamelan klonk. Deze uitvinding van de 'prepared piano' bleek niet alleen praktisch, maar ook artistiek vruchtbaar te zijn. Van 1946-1948 schreef Cage zijn 'Wohltemperierte Klavier' van de prepared piano: de Sonates en Interludes. Het is één van zijn meest geliefde werken geworden. Bovendien werd het zijn visitekaartje voor avant-gardistisch Europa, dankzij de interesse van Pierre Boulez. Over de technische aspecten van deze muziek is al veel geschreven. Vreemd genoeg gaat het maar zelden over de esthetische en filosofische kant van de muziek. Cage schreef de muziek onder invloed van het boek The Dance of Shiva van de kunsthistoricus Ananda Coomaraswamy. Van belang was de theorie over de zogenaamde 'permanent emotions', te weten: erotiek, heroïek, afschuw, woede, vrolijkheid, angst, smart en verwondering. Al deze emoties leiden echter naar de negende: gelijkmatigheid. Cage heeft dus deze emoties verwerkt in zijn Sonatas and Interludes, al weet niemand precies hoe de verdeling is uitgevallen. Echter, volgens James Pritchet (aan wie deze uiteenzetting ontleend is) heeft de derde sonate wel iets 'erotisch', terwijl hij de negende associeert met 'angst'. (HJ)meer