Gegevens over de 17de eeuwse virtuoos van de basse de viole, Monsieur de Sainte-Colombe, zijn schaars. Bekend is wel dat hij twee dochters had en een tijdje als muziekdocent in Lyon werkte. Dat hij een zoon had weten we alleen door een enkele advertentie in een Londense krant uit 1711. Bij zo weinig gegevens zijn musicologen snel geneigd te gaan gissen: het hoeft dan ook geen verbazing te wekken
… dat de begeleidende boekjes van twee recent verschenen, aan de navolgers van Sainte-Colombe sr. gewijde cd's, elkaar op verschillende punten tegenspreken. Wat de cd's betreft: op de eerste cd speelt Philippe Pierlot tweemaal een "Tombeau pour Monsieur de Sainte-Colombe", een van Sainte-Colombe jr. en een van Marin Marais, benevens ondermeer een tweetal suites, van respectievelijk Sieur Du Buisson en Sieur Demachy, over wie al evenmin veel bekend is. Jonathan Dunford beperkt zich op de tweede cd tot werken van Sainte-Colombe le fils, van wie vijf suites klinken, waaronder eveneens de "Tombeau". Dit werk, met ondermeer schilderingen van de oversteek van de Styx en het laatste afscheid, alsook de "Tombeau" van Marais zijn buitengewoon fraaie getuigenissen van de kunst van de 'basse de viole'; de kunst waarin de in schimmen gehulde Sainte-Colombe le père een onuitwisbare indruk moet hebben nagelaten, welke in de stukken van deze twee leerlingen nog doorklinkt. (JvG)_meer