Na 43 concertseizoenen neemt het fameuze Tokyo String Quartet afscheid van de concertpodia. Van de oorspronkelijke bezetting uit 1969 is nu alleen nog Kzuhide Isomura (altviool) over, bijgestaan door Martin Beaver (viool), Kikuei Ikeda (viool) en Clive Greensmith (cello). Ondanks de wisselingen van de wacht spreekt Clive Greensmith van een eenheid van stijl door de jaren heen. Hij doelt hierbij op
… een vorm van bescheidenheid die volgens hem typisch Japans is. Tegenover de NRC zei hij hierover: ‘Het ego wordt onderworpen aan de groep, ons kwartet heeft nooit bestaan uit haantjes. (…) Een recensent merkte op dat we klinken als een echt oud kwartet, wat ik opvat als een compliment.' Op hun laatste sacd voor Harmonia Mundi laat het gezelschap twee geliefde kwartetten horen. Het Kwartet nr.1 van Bedřich Smetana, bijgenaamd 'Uit mijn leven', ontstond twee jaar nadat de componist in 1874 een verontrustende piep in zijn oren constateerde. Al vrij snel leidde dit defect tot totale doofheid in beide oren. Ook nu nog weten we precies hoe die piep geklonken heeft. In het slotdeel van het kwartet nam Smetana namelijk een opvallend hoge toon op, als getrouwe weergave van de kwaal. Van Antonín Dvořák laat het Tokyo String Quartet het Twaalfde Strijkkwartet horen, bijgenaamd 'Amerikaanse'. Dit meesterwerk dankt zijn populariteit vooral aan het wonderschone tweede deel, Lento. (HJ)meer