De val van het communisme is voor het Russische muziekleven in zoverre een verbetering geweest, dat Russische componisten nu niet meer aan esthetische monstruositeiten als het 'socialistisch realisme' zijn onderworpen. De situatie voor moderne muziek in Rusland lijkt niet veel te zijn verbeterd, want de componisten, waarvan op deze cd werk is opgenomen, zijn inmiddels geëmigreerd. Viktor Suslin
… (*1942) verliet de Sovjet-Unie al in 1981, nadat hem het werken jarenlang onmogelijk was gemaakt en hij als straatveger zijn brood moest verdienen. Van Suslin klinkt "Grenzübertritt" uit 1990, voor altviool, cello en contrabas. Zoals in al zijn werken houdt Suslin hier vast aan strenge seriële ordeningsprincipes, die echter niet in een chaotisch aandoend klankbeeld à la Stockhausen uitmonden, maar in een desolate en beklemmende sfeer. Hetzelfde geldt voor "Schmetterling" uit 1997 van Victor Kissine (*1953), voor fluit, klarinet, harp en strijkkwintet, al is de totaalindruk hier minder bedrukkend, en meer geheimzinnig en exotisch. Ongeveer vergelijkbaar is "Garten von Freuden und Traurigkeiten" (1980/1993) voor altviool, fluit en harp van Sofia Gubaidulina (*1931), inmiddels de 'grande dame' van de Russische muziek. Hoewel in sfeer verwant met Kissines werk is de opzet van het geheel hier veel dramatischer, vooral kort voor het einde, waarna de mysterieuze rust weer terugkeert. Wat traditioneler, maar zeker niet minder indrukwekkend zijn tenslotte de "Drie melodieën op woorden van Ossip Mandelstam" van Vladislav Sjoet (*1941), waarin sopraan Karia Kitchigina soleert. Door de voorbeeldige uitvoeringen van het Oxalys Ensemble en het interessante repertoire is deze cd beslist een aanbeveling waard. (JvG)_meer