Ernest Chausson (1855-1899) heeft een bescheiden oeuvre nagelaten van ongeveer dertig opusnummers. Die geringe omvang laat zich slechts ten dele verklaren door zijn vroege dood (Chausson overleed aan de gevolgen van een fietsongeluk - hij kon tijdens een afdaling niet remmen en ramde een muur), maar veeleer door de persoonlijke omstandigheden van zijn leven. Chausson was namelijk zeer welgesteld en
… kon het componeren als vrijetijdsbesteding beschouwen. Hij had weliswaar sinds 1879 enkele jaren aan het Parijse Conservatoire gestudeerd bij Massenet, maar nadat hij vergeefs had geworven naar de Prix de Rome, verliet hij deze instelling zonder diploma. Wel bleef hij geregeld de orgelklas van Franck bezoeken, en zodoende raakte hij bekend als een prominent lid van de 'bande de Franck', een select gezelschap geheel aan Francks muziek toegewijde leerlingen. In Chaussons muziek is de oriëntatie op Franck duidelijk te herkennen. Met zijn leermeester deelde hij een grote bewondering voor Wagner - Chausson bezocht Bayreuth enkele malen -, maar hij was zich tegelijk zeer bewust van de gevaren die Wagners bedwelmende muziek inhielden voor zijn eigen muzikale vorming. Met een groot meesterschap wist Chausson uiteindelijk een idioom te creëren dat de Wagneriaanse invloed combineert met Franse distinctie. Chaussons muziek bevat een helderheid van vorm en een lyrische uitdrukkingskracht die naast de werken van Franck uitstekend staande kan houden. Het duidelijkste voorbeeld daarvan is het Poème op.25 voor viool en orkest (1896), dat hier wordt uitgevoerd door viool en piano. Een bijzondere ode aan Francks pianokwintet is Chaussons Concert voor viool, strijkkwartet en piano, dat in 1891 werd voltooid. In feite gaat het hier om een soort 'kamerconcert' voor viool, die hier niet door orkest maar door een pianokwintet wordt begeleid. Met zijn vierdelige, cyclische opzet is het stuk duidelijk aan Francks voorbeeld schatplichtig, maar ook hier weet Chausson al te sterke beïnvloeding van zich af te houden en een onmiskenbaar eigen taal te laten horen. Beide stukken, die zonder meer tot de parels van de Franse (kamer-) muziek behoren, worden hier prima uitgevoerd door violist Vladimir Spivakov en pianiste Hélène Mercier, bijgestaan door een gelegenheidsensemble in het Concert. (JvG)meer