Het is vanaf deze plaats al eens gezegd: er zijn maar weinig componisten die het melancholieke sentiment zo treffend hebben verklankt als Sergej Rachmaninov. Al vroeg horen we deze kwaliteit in twee jeugdige pianotrio’s: werken die veel met zijn idool Tsjaikovski te maken hebben. Als amper twintigjarige conservatoriumstudent gooide Rachmaninov hoge ogen met zijn composities. Niemand minder dan
… Tsjaikovski toonde zich geïnteresseerd en wilde het symfonisch gedicht De Rots op.7 dirigeren. Helaas gooide diens voortijdige dood roet in het eten. Geschokt door die gebeurtenis componeerde Rachmaninov zijn Tweede Pianotrio als een hommage aan zijn overleden inspirator. Niet alleen haken de variaties in het tweede deel naadloos aan bij eenzelfde soort variatiereeks in Tsjaikovski’s zwaarmoedige Pianotrio op.50. Bovendien citeert Rachmaninov uit zijn eigen De Rots. Alle droefenis ten spijt memoreert Vladimir Ashkenazy met dit album zijn vijftigjarig jubileum als pianist. Samen met violist Zsolt Tihamér-Visontay en cellist Mats Lidström maakt hij zich meester van Rachmaninovs ongebreidelde melancholie. Iets dat we ook tegenkomen in de weemoedige Vocalise en een instrumentale versie van het lied Droom. Kortom, hoeveel melancholie wil je hebben? (JWvR)meer