Men zou kunnen beginnen met het luisteren naar track 10 van cd 10 (Schumann: Ich grolle nicht) en track 1 van cd 6 (Wagner: Das Rheingold). Deze manier van zingen zou exemplarisch zijn voor wat de weduwe Wagner verlangde van de festivalzangers: helder, verstaanbaar, scherp van dictie, weinig vibrato, krachtige accenten op dramatische momenten, etc.. Cosima wenste dus zangers die als acteurs
… declameerden, daar kwam het wel op neer. Lang niet iedereen trok zich hier iets van aan. Sommigen spraken spottend van Bayreuths geblaf en het spuwen van medeklinkers. Zangers met internationale carrières gingen meestal ook hun eigen gang (met dank aan het artikel van Michael Seil in het booklet). De doorbraak van Wagner bij een breed publiek viel samen met de opkomst van de eerste grammofoonplaten. De toenmalige marktleider G&T (The Gramophone and Typewriter Company) zond in 1904 twee medewerkers naar Bayreuth (waaronder studiopianist Bruno Seidler-Winkler) voor het maken van opnamen. Tussen de 52 en 74 opnamen moeten er toen zijn gemaakt (populaire aria's, volksliederen en uiteraard Wagner), waarvan veel verloren is gegaan. De meeste opnamen van deze cd box (93 zangers in meer dan 300 opnamen!) zijn dan ook aanvullingen uit de decennia erna, om zo het beeld van Cosima's regeerperiode (in 1908 nam zoon Siegfried het over) te complementeren. Het gaat steeds maar om korte fragmenten, die men overigens wel gerangschikt heeft naar de chronologie en verhaallijnen van Wagners opera's. En zo hebben we dan toch (voor het eerst op cd) een uniek tijdsbeeld, ondanks alle technische mankementen van de vroegste opnamen. (HJ)meer