Hoewel Nederland momenteel een bloeiende koorcultuur kent, zijn de koorwerken van Richard Strauss hier te lande zelden te beluisteren. De Nederlandse smaak inzake koormuziek speelt hierin allicht een rol, maar het zullen ook de hoge technische eisen die Strauss in de hier opgenomen stukken aan koorzangers stelt, die maken dat men zich niet aan dit repertoire waagt. In bijvoorbeeld de "Gesänge op.34,
… nr.1-2" is er sprake van extreme liggingen, vele onderverdeelde partijen en verschillende niet erg makkelijke solo's. De "Männerchöre op.45, nr.1-3" leunen af en toe wat tegen de cliché's van de 'liedertafel'-stijl aan, maar Strauss weet aan de juiste kant van de grenzen der goede smaak te blijven. "Daphne" is een ruim een kwartier durend werk uit 1944. Strauss had een dergelijk koorstuk aanvankelijk gepland als finale van zijn gelijknamige opera, maar liet het plan vallen, om er zes jaar later toch nog op terug te komen. In het werk gebruikt hij verschillende motieven uit de opera. Na het komische "Die Göttin im Putzzimmer" besluit de cd met het indrukwekkende "Deutsche Motette op.62", op tekst van Rückert en, in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, een werk zonder een spoortje nationalisme. De BBC Singers en de Choristers of Kings College Cambridge houden onder dirigent Stephen Cleobury een overtuigend pleidooi voor deze veeleisende, indrukwekkende koormuziek. (JvG)_meer