De Rail Band was vanaf 1969 de huisband van de nationale spoorwegen van Mali. De groep speelde meer dan twintig jaar in de tuin van een koloniaal pand naast het station van Bamako. Door de diversiteit van de bezoekers speelde de Rail Band veel verschillende stijlen. De groep zou zich bekwamen in de mandingobeat, de elektrische versie van de eeuwenoude griot-cultuur van Mali. Salif Keita was de eerste zanger van de Rail Band en ook Mory Kanté en Djelimady Tounkara passeerden de rangen. Na een teruglopende populariteit aan het eind van de jaren zeventig werd de groep vanaf eind jaren tachtig (met name in het Westen) weer ontdekt en gefêteerd als één van Afrika’s belangrijkste muziekgroepen.
Als een waarzegster haar vroeger een toekomst als wereldberoemde zangeres zou hebben voorspeld, zou Cesaria Evora (1941-2011) haar voor gek hebben verklaard. Uit een muzikale familie kwam ze echter wel, want troubadour B. Leza was haar oom. Geboren en getogen op São Vicente, lukte het Evora al op jonge leeftijd brood op de plank te brengen door in nachtclubs in de havenstad Mindelo te zingen. Maar de handel zakte in, zeker nadat Kaapverdië in 1975 onafhankelijk werd. Musici moesten emigreren of ander werk zoeken. Evora bleef in Kaapverdië om met allerhande baantjes haar familie te onderhouden. Pas in 1985 ging de toen vijfenveertigjarige zangeres weer zingen. Een incidenteel reisje naar Portugal om daar twee nummers op te nemen zou de doorstart betekenen naar een grootse internationale carrière. De in Frankrijk wonende Kaapverdiaanse producer José da Silva ontdekte haar en opende de deur naar een carrière in Europa. Evora's geniale bandleider Paulino Vieira maakte de Kaapverdiaanse muziek toegankelijker voor een internationaal publiek door aan de morna elementen toe te voegen uit de jazz, soul, latin en blues. Evora brak door met het album La Diva Aux Pieds Nus (De Diva Op Blote Voeten, 1988). Evora bezit een warme, doorleefde altstem waarmee ze luisteraars moeiteloos meesleept in een gemoedstoestand van melancholie en heimwee. (SvdP)
Het was Lura's kinderdroom om later danseres te worden, een droom die ze waarmaakte. Nooit had ze gedacht ook als zangeres internationaal beroemd te worden. In het jaar dat Kaapverdië onafhankelijk werd - 1975 - zag Lura het levenslicht in Lissabon. Haar vader kwam van Santiago, haar moeder van São Antão en Lura groeide op in de grote Kaapverdiaanse gemeenschap in Lissabon. Al sinds haar tienerjaren nam ze deel aan verschillende zanggroepen en duetten. Toen de uit São Tomé afkomstige zouk-zanger Juka haar uitnodigde een duet met hem te zingen, was ze eigenlijk erg verbaasd. Ze had zich altijd voor haar stem geschaamd, maar nu bleken veel luisteraars weg te zijn van haar sensuele, donkergetinte stem. Optredens volgden met onder anderen Bonga (uit Angola), Tito Paris en Paulinho Vieira. Het nummer Nha Vida van haar gelijknamige debuutalbum (1996) werd een grote hit. Na het album In Love (2002), een mix van r&b en zouk, verraste Lura iedereen met het veel meer in de Kaapverdiaanse traditie gewortelde album Di Korpu Ku Alma (2004). In de onder meer door Orlando Pantera gecomponeerde liederen kwam Lura's krachtige volle stem mooi tot zijn recht. (SvdP)
Als er één zanger vereenzelvigd mag worden met het Afrikaanse land Angola, dan is het Bonga wel. Toch woonde de zanger een groot deel van zijn leven niet in zijn geboorteland. Op 23-jarige leeftijd vertrok hij naar Portugal om zich daar te richten op zijn sportcarrière. Nog altijd is hij Angolees recordhouder op de 400 meter hardlopen. Daarnaast zong hij, maar de kritische teksten op zijn debuutalbum zorgden ervoor dat Bonga het Portugal van dictator Salazar moest verlaten. Gedurende een aantal jaar woonde hij in Rotterdam. Na de val van Salazar en de onafhankelijkheid van Angola woonde de zanger afwisselend in Lissabon, Luanda en Parijs. Zijn unieke stijl mengt lokale Angolese stijlen als de kizomba en semba met invloeden uit West-Afrika, Brazilië en Portugal.
In 1992 kwam in de hoofdstad Praia (Santiago) een groep mensen vanuit diverse beroepssectoren bijeen met één doel: het behoud van de Kaapverdiaanse (muziek)cultuur. Terwijl vele musici om hen heen elektronische bands oprichtten en voor inspiratie naar het buitenland keken, bestudeerden de leden van de groep Simentera de traditionele muziek, haar geschiedenis en haar instrumenten. De groep is volledig akoestisch, met diverse gitaren, saxofoons, fluiten en percussie en bovenal elf prachtige stemmen die veelal meerstemmig zingen. Simentera is voor een modernisering van de Kaapverdiaanse muziek van binnen uit: door nieuwe stukken te componeren voor akoestische instrumenten, met veel aandacht voor de meerstemmige koorpartijen en door traditionele muziek uit te voeren met nieuwe harmonieën in bijzondere arrangementen. De albums die Simentera onder leiding van Mario Lucio Sousa vanaf 1994 uitbracht, zorgden voor de gewenste ommekeer: veel bands gingen akoestische instrumenten en traditionele genres meer waarderen. (SvdP)
Rufino Almeida, beter bekend als Bau, is geboren en getogen op het eiland São Vicente. Zijn vader, snaarinstrumentenbouwer 'Meester Baptista' in Mindelo, gaf Bau op zijn zevende verjaardag een cavaquinho cadeau. Daar bleef het natuurlijk niet bij. Van zijn vader leerde Bau hoe hij zelf gitaren, cavaquinho's en violen kon maken... en hoe hij ze moest bespelen. Bau experimenteerde naar hartelust en liet zich behalve door de traditionele Kaapverdiaanse muziek ook beïnvloeden door artiesten als Waldir Azevedo en Stephane Grapelli. Zo ontwikkelde de multi-instrumentalist een eigen virtuoze stijl. In 1994 voegde hij zich bij Paulino Vieira's band die Cesaria Evora begeleidde, en twee jaar later nam hij de leiding van Vieira over. In 1999 gaf Bau zijn stokje over aan Nando Andrade en keerde terug naar Mindelo, waar hij het album Blimundo maakte. In 2005 kwam zijn zesde soloalbum uit, Ilha Azul. (SvdP)
De Malinese muzikant Toumani Diabaté wordt ook wel de ‘meester op de kora’ genoemd. Diabaté stamt uit een lang geslacht van koraspelers waarvan zijn vader Sidiki Diabaté de bekendste was. Toumani zou het instrument bekend maken buiten Afrika. Hij brak in 1987 door met het album Kaira. Op latere albums bewees Diabaté een ware virtuoos te zijn die uiteenlopende stijlen makkelijk naar zijn hand zette. Opvallend zijn de succesvolle collaboraties met flamencogroep Ketama, bluesartiest Taj Mahal, de IJslandse zangeres Björk en zijn legendarische landgenoot Ali Farka Touré.
(bron: wikipedia)Teta is een plaats in het bestuurlijke gebied Bima in de provincie West-Nusa Tenggara, Indonesië. Het dorp telt 1395 inwoners (volkstelling 2010).
Categorie:Plaats in West-Nusa Tenggara meer