De Europese luit stamt af van de Arabische ud. Het instrument drong in Europa door na de verovering van Spanje door de Moorse legers (711). Middeleeuwse christenen namen de ud over, zoals blijkt uit de illustraties van de Cantigas de Santa María van Alfonso el Sabio (13e eeuw).
John Dowland was Engelands beroemdste luitspeler. En dat terwijl hij verbannen was van het hof van Elizabeth I. Melancholie was hem niet vreemd. Zijn Lachrimae, een pavane voor luit, werd razend populair. Hij werkte het om tot het lied Flow my tears, dat zelfs nu nog een tophit is.
Wat Bach en Scarlatti waren voor het klavecimbel, dat was Sylvius Leopold Weiss voor de luit. Weiss kende beide collega's goed. Alle drie waren ze vrijwel elkaars exacte tijdgenoten. Weiss componeerde het meest omvangrijke oeuvre voor luit uit de geschiedenis.
De gitaar is meer dan een instrument om akkoorden mee te plukken. De vroeg-romantische Spanjaard Fernando Sor was één van de eersten die dat liet horen. In 1830 verscheen zijn Méthode pour la guitare. Na zijn dood raakte hij in vergetelheid. In de 20ste eeuw werd hij herontdekt door o.a. Andrés Segovia.
Andrés Segovia moest heel wat overwinnen om professioneel gitarist te worden. Misschien dat zijn techniek daarom zo grensverleggend was. Hij creëerde klankverschillen door de snaren te tokkelen met zowel de zachte, vlezige delen van de vingers als met de nagels. Hij verbreedde het repertoire door transcripties te maken van de oude stukken voor luit. Ook arrangeerde hij klassiekers als de Chaconne voor viool van Bach.
Heitor Villa-Lobos was zelf gitarist. Zijn muzikale indrukken deed hij op in het nachtleven van Rio de Janeiro. Zijn 12 Études (1929) zijn voor de gitaar wat de etudes van Chopin zijn voor de piano. Hij droeg ze op aan Segovia.
Hoewel hij zelf geen gitaar kon spelen, is de Spaanse componist Joaquín Rodrigo wereldberoemd geworden met zijn concert voor… meer