In de Finse muziekgeschiedenis geldt Ernst Mielck (1877-1899) als een van de grootste talenten die het land van de duizend meren heeft voortgebracht. Mielck zou een tweede Sibelius hebben kunnen worden, maar helaas: hij werd op 22-jarige leeftijd geveld door tuberculose. Hij studeerde in Berlijn, eerst bij Robert Radecke en vervolgens bij Max Bruch, die uiterst lovende getuigenissen over hem schreef.
Gedeeltelijk onder diens supervisie ontstond de "Symfonie op.4", geschreven in 1896-1897. Het is een gedegen vierdelig werkstuk, geheel in de conservatieve Duitse traditie waarvan Bruch zo'n gedreven voorvechter was. Opvallend is de finale, waarin de koralen 'Wach auf, meine Seele' en 'Wie schön leuchtet der Morgenstern' uitgebreid voorkomen. In 1898-1899 ontstond het "Concertstuk voor piano en orkest op.9", waarin een Zweeds volksliedje is verwerkt. De solopartij is weinig spectaculair, hetgeen door Mielck bewust zou zijn gedaan. Na zijn dood benaderde Mielcks moeder Bruch met de vraag de piano een wat prominentere rol te geven, maar deze weigerde. Uiteindelijk voldeed de pianist Ernst Ekman aan dit verzoek; de cadenzen die nu in dit stuk klinken zijn dus niet van Mielck zelf. Wie beide werken beluistert kan moeilijk tot een afgewogen oordeel komen; de muziek zelf is gedegen, getuigt zeker van talent, maar weet toch niet erg te overtuigen. Of Mielck dus inderdaad ooit een serieuze tegenspeler van Sibelius had kunnen worden zou men dus kunnen betwijfelen. Aan de andere kant: als Sibelius op zijn 22ste zou zijn gestorven, zou hij nu beslist net zo onbekend zijn als Mielck. In ieder geval zorgen pianiste Liisa Pohjola en het Turku Filharmonisch Orkest onder leiding van Hannu Lintu voor redelijke goede uitvoeringen van deze stukken. (JvG)_meer