Wie zich interesseert voor muziek uit Frankrijk van ca 1750 tot ca 1820, zal vrij snel merken dat hij op een witte plek in de muziekgeschiedenis is gestuit. Het gangbare beeld is nog steeds dat er in Frankrijk na de dood van Rameau tot aan de opkomst van Berlioz niets noemenswaardigs zou hebben plaatsgevonden. Gemakshalve gaat men er dan aan voorbij dat Parijs gedurende de hele periode een onbetwiste
… muziek-metropool was, met een bruisend muziekleven, waar bovendien verhitte discussies over muziek werden gevoerd, die door heel Europa nauwlettend werden gevolgd. Deze dubbel-cd bevat een achttal werken uit bovengenoemde periode. Het meest omvangrijke stuk is het "Requiem" voor solisten koor en orkest van Ignace Pleyel (1757-1831). Dit stuk volgt grotendeels het stramien van alle kerkmuziek uit de klassieke tijd, zoals dat ook bij Mozart en Haydn wordt aangetroffen. Andere religieuze werken op deze cd zijn een "Tantum ergo", eveneens van Pleyel en een zeer fraai "Ecce panis" van Luigi Cherubini (1760-1842). Op de tweede cd is een vijftal wereldlijke werken opgenomen van ondermeer François-Joseph Gossec (1734-1829) en Rodolphe Kreutzer (1766-1831). Het opmerkelijkst is wel de cantate "Buffon", een werkstuk van de volslagen onbekende Marc-Antoine Desaugiers (1742-1793). De solisten, het Orchestre Français d'Oratorio en het Ensemble Vocal Pythagore, onder leiding van Jean-Pierre Loré verdienen niet alleen lof voor de uitvoering, maar ook voor het initiatief eindelijk eens aandacht aan deze muziek te besteden. (JvG)_meer