Tegelijk met de canon der klassieke meesterwerken, ontstond in de negentiende eeuw de gewoonte de geboorte- en sterfjaren te herdenken van de meesters uit het verleden. Wat tegenwoordig tot een circus der commercie is verworden en vooral wordt aangegrepen als houvast in de ratrace om publiciteit, was destijds echter een aanmerkelijk meer gezapige onderneming, waarin vooral de ernst en waarde van de
… jubilaris werden benadrukt. Een voorbeeld daarvan is dit Requiem op.146 van Franz Lachner (1803-1890), dat werd gecomponeerd naar aanleiding van een Mozartjaar van weleer, te weten 1856, een eeuw na de geboorte van Mozart. Lachner heeft geen enkele moeite gedaan om aansluiting te vinden bij Mozarts stijl, wat bij hem ook niet voor de hand lag, omdat hij met zijn op de klassieke stijl gerichte oriëntatie toch al uitkwam op een resultaat dat als vanzelfsprekende de traditie van de Zuid-Duitse katholieke kerkmuziek volgde. Met dit werk bracht hij in München, de stad waar hij sinds 1852 als hofkapelmeester werkte, een laatste ode aan die traditie, want tien jaar later zou de stad volledig in de ban raken van Wagner, overigens zeer tot verdriet van Lachner. Zijn bijdrage aan de nagedachtenis van Mozart is in zoverre overbodig, dat iedereen ook zonder dit stuk wel weet wie Mozart is. Misschien is het dan handig de zaken om te draaien en het Mozart-jaar van weleer aan te grijpen om de voortreffelijke en vakkundige muziek van Lachner beter te leren kennen. (JvG)meer