De namen van kunstenaarsgroepen blijven over het algemeen tamelijk present in de herinnering, maar dat garandeert weinig voor de roem van de individuele leden. Van de 'groupe de six' is alleen Poulenc nog echt geliefd, worden Honegger en Milhaud tenminste nog gekend, maar van Germaine Tailleferre, Georges Auric en Louis Durey wordt zelden nog iets vernomen. Louis Durey (1888-1979) was het jongste
… lid van het gezelschap en werd door Cocteau aangeduid als 'le solitaire'. Dat Durey eigen wegen ging hoeft niet betwist te worden, maar blijkens de op deze dubbel-cd uitgevoerde complete kamermuziek had hij toch wel een duidelijke binding met zijn groepsgenoten. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de liedcyclus "Le bestiaire" uit 1919, gebaseerd op de gedichten van Apollinaire. Poulenc zette er zes van op muziek, maar Durey pakte de zaken systematischer aan en componeerde er 26. Andere liedcycli op deze cd zijn de "Images à Crusoe" (1918), de "Éloges" (1916/1917), de "Madrigaux" (1919) en de "Chansons basques" (1919). Opvallend aan deze liederen is dat de begeleiding is toevertrouwd aan een steeds anders samengesteld instrumentaal ensemble. Dit heeft mogelijk bijgedragen aan de anonimiteit waarin deze muziek is geraakt, want deze bezetting sluit natuurlijk niet erg aan op de gangbare liedpraktijk. De liederen zijn op een enkele uitzondering na zeer kort. Ambitieuzer van opzet, maar zelden in totaal langer dan twintig minuten durend zijn de "Strijkkwartetten nrs.1-2" en het "Concertino voor piano, 16 blazer en contrabas". Durey's muziek is overwegend lyrisch van karakter, maar zonder de luchtigheid die men over het algemeen - niet geheel terecht - met de 'groupe de six' associeert. De fraaie uitvoeringen van het Ensemble Erwartung zorgen er in ieder geval voor dat dit een zeer welkome toevoeging is aan de discografie van zowel Durey, als de 'groupe de six'. (JvG)_meer