Een energieke mix van westerse muziek met Latijns-Amerikaanse en - steeds vaker - Oost-Europese stijlen. Geïnspireerd door de Engelse punkgroep The Clash begon het Franse Mano Negra vanaf halverwege de jaren tachtig flamenco, salsa, rai en reggae door hun nummers te verweven. Voorman Manu Chao noemde deze muziek Patchanka. De groep werd razend populair in West-Europa en Latijns-Amerika. Niet alleen door hun aanstekelijke muziek, maar ook door hun linkse kritische teksten. Vanaf de jaren negentig ontstonden vooral in Parijs en Barcelona veel bands die eenzelfde mix nastreefden van grenzeloze muzikale invloeden in combinatie met maatschappijkritische teksten. Toch wisten de meeste groepen een geheel eigen geluid te creëren. Ojos de Brujo, Dusminguet, Amparanoia en Macaco zijn de bekendste namen in het genre wat vanaf dat moment música mestiza zou heten. Na de eeuwwisseling wordt de muzikale mosterd ook steeds vaker uit Centraal- en Oost-Europa gehaald.
Een groep van West-Afrikaanse muziekstijlen, die voortkomen uit de griottraditie. Net als de Mande/Mandingo-taalgroep, die zo'n tien West-Afrikaanse landen beslaat, kun je ook spreken van een Mandingo muziekstijlen groep. Voornaamste landen zijn Guinee, Senegal en Mali. In mindere mate ook delen van Mauretanie, Ivoorkust, Sierra Leone, Burkina Faso en Liberia. De basis van het genre ligt bij de griots, Afrikaanse minstrelen en verhalenvertellers, die zichzelf begeleiden op de kora, een Afrikaanse harp. Toen de de elektrische gitaar de functie van de kora overnam en de zangers microfoons gingen gebruiken was de mandingobeat een feit. Mory Kante, Salif Keita en Ali Farka Toure zijn enkele bekende artiesten die laten zien dat moderne muziek en tradities uitstekend samengaan.