Dat Josquin Desprez een van de invloedrijkste componisten uit de Renaissance zou worden, is mede te danken aan de loftuitingen waarmee de hervormer Martin Luther hem overspoelde. Luther vond Josquins muziek een voorbeeld van hoe je teksten in muziek kon uitdrukken. En als je motetten van Josquin beluistert, begrijp je direct wat Luther bedoelt: ook nu nog is Josquins muziek bijzonder aansprekend en aangrijpend. Dankzij Luthers reclame werd Josquin na zijn dood een echte held in de Duitse 16e eeuw. Deze populariteit zorgde er zelfs voor dat uitgevers regelmatig muziek uitbrachten die zogenaamd door Josquin geschreven zou zijn, zodat het goed zou verkopen! Nadeel van deze praktijken is, dat het tegenwoordig een wetenschap apart is om uit te vogelen welke stukken nu echt van Josquins hand zijn… Zijn authentieke werken munten echter uit in helderheid, vindingrijkheid en diepzinnigheid. Enkele hoogtepunten zijn de motetten ‘Miserere mei’, ‘Stabat Mater’, het beroemde ‘Ave Maria’, ‘Ut Phoebi Radiis’, de klaagzang na Ockeghems overlijden (de ‘deploration’) en de Missa Gaudeamus en de twee ‘L’homme arme’ missen. (TC)
Alexander Agricola werd in Gent geboren, waar hij zijn jeugd doorbracht en zijn eerste muzieklessen kreeg. Verdere informatie over zijn leven is schaars, maar wel duidelijk is dat hij zowel in de Nederlanden als Frankrijk en Italië actief was. Agricola is één van de belangrijkste componisten van wereldlijke muziek in de vijftiende eeuw, al was hij niet zo productief als sommige van zijn tijdgenoten. Hij schreef ruim tachtig liederen en instrumentale werken, waarin hij zich echter wel compleet kon uitleven. Agricola was een componist van de lange adem, en zijn uitgestrekte werken zijn van een bijna barokke grilligheid. Dit gaf hem in zijn eigen tijd de naam van een wat vreemde eend in de bijt. In tegenstelling tot andere componisten zijn Agricola’s religieuze werken juist weer vrij klein en bescheiden. Zowel deze stukken als zijn grote verzameling wereldlijke werken zijn echter uitermate geschikt om door te grasduinen, mede dankzij het redelijke aantal beschikbare opnames. (TC)
Maar liefst twintig jaar jonger dan Ockeghem is Busnois in meerdere opzichten te zien als de ‘jonge hond’ vergeleken met de ernstige en statige Ockeghem. Busnois was een flamboyant en eigenzinnig type, zeer creatief, energiek maar vermoedelijk ook opvliegend: er gaat een verhaal dat hij een collega-priester in elkaar heeft geslagen… Bovendien wordt nog steeds wel gesuggereerd dat Busnois de auteur is van het beroemde en strijdvaardige thema ‘L’homme armé’. Wat in elk geval wel zeker is, is dat Busnois een geniale musicus en componist was: in zijn tijd werd hij als gelijke van Ockeghem gezien, ondanks hun leeftijdsverschil. Busnois’ Missa L’homme armé is één van zijn meesterwerken, en laat typische Busnois-kenmerken horen: lange melodische, soms spectaculaire stijgende lijnen, contrapuntische hoogstandjes en een enorme gedrevenheid. Dit maakt een tocht door zijn oeuvre (zo’n 75 chansons, 10 motetten en 2 missen) dan ook niet alleen leerzaam maar ook inspirerend. Busnois levert met zijn enthousiasme een goede en toegankelijke inleiding in de polyfone muziek van zijn tijd. (TC)