(bron: wikipedia)Nathaniel Adams Coles (Montgomery, 17 maart 1919 - Santa Monica, 15 februari 1965) was een Amerikaanse jazzzanger, pianist en songwriter. Cole wordt algemeen beschouwd als een van de beste mannelijke vocale jazz- en balladvertolkers van de jaren vijftig en zestig....
meer
J.J. Johnson (Indianapolis,1924) was de belangrijkste trombonist uit de bebop-tijd. Hij haalde een saxofoon-achtige klank uit zijn instrument en speelde vaak ook met een snelheid die alleen aan saxofonisten leek voorbehouden. Johnson raakte bekend in het orkest van Benny Carter en door zijn deelname aan de Jazz At The Philharmonic-concerten. Samen met college-trombonist Kai Winding vormde hij het duo Jay & Kai. Johnson overleed in 2001.
Door geniale virtuositeit te combineren met pure emotie op de altsaxofoon, had Charlie Parker in zijn tijd maar weinig concurrenten. En na hem zou het nooit meer hetzelfde zijn. Als één van de uitvinders van de bebop (samen met Dizzy Gillespie, Bud Powell en anderen), introduceerde Charlie ‘Bird’ Parker nieuwe mogelijkheden voor expressie, één die een indrukwekkende techniek koppelde aan gedegen muzikale kennis en vooral: het vermogen om complexe ideeën simpel, oprecht en onweerstaanbaar uit te voeren. Parker overleed op 34-jarige leeftijd en liet een erfenis na die velen trachtten te evenaren maar door niemand werd overtroffen.
Het lukte Billie Holiday, het schoolvoorbeeld van een jazzzangeres, altijd om haar hart te leggen in elk liedje dat ze zong. Met haar frêle stem en bondige stijl wist ze zelfs de meest luchtige popliedjes een hartverscheurende draai mee te geven. Haar beste muziek zit vol emotie, zowel vrolijkheid als wanhoop, en maar weinig muzikanten wisten dat gevoel te evenaren. Van het midden van de jaren dertig tot het midden van de jaren veertig bevond Lady Day zich op de top van haar kunnen. Ze nam albums op met vele zwaargewichten uit de jazz, zoals Benny Goodman, Duke Ellington en Lester Young. In de late jaren veertig leidde haar heftige liefdesleven en haar drank- en drugsgebruik tot problemen, waarbij ze uiteindelijk ook met de sterke arm der wet in aanraking kwam. Ook Holidays gezondheid holde achteruit, wat uiteindelijk leidde tot haar dood in 1959. Haar woelige privéleven zorgde dat ze in haar tijd de krantenkoppen haalde, haar unieke talent maakte haar tot een tijdloze legende.
Trompettist John Birks “Dizzy” Gillespie was een van de grondleggers van de bebop. Gillespie (1937, Cheraw, South Carolina) speelde trompet in bigbands van achtereenvolgens Teddy Hill en Cab Calloway. In nachtelijke jamsessies in Minton's Playhouse in New York overschreed hij samen met gelijkgestemden als saxofonist Charlie Parker, pianist Thelonious Monk en drummer Kenny Clarke de grenzen van de swing door te experimenteren met harmonische vernieuwingen, complexe thema’s, hoge tempo’s en verrassende ritmische accenten. Gillespie, tegelijkertijd de leidende theoreticus en grootste entertainer van de bebop, leidde eigen combo’s en een bebopbigband. Hij voegde meer en meer Afro-Cubaanse elementen toe aan de bebop en werd zo een wegbereider voor de latin jazz. Zijn karakteristieke verschijning met schuin omhoog gebogen trompet en enorm uitpuilende wangen deden haast vergeten dat hij een virtuoos trompettist was.
Weinig drummers hebben zo’n grote invloed gehad op de populaire muziek als Gene Krupa (1909 – 1973). Krupa was de eerste die het moderne drumstel samenstelde: een combinatie van snaredrum, basdrum, hi-hat en cymbalen. Hij was ook de eerste die (in 1928) het geluid van de basdrum opnam. Krupa begon op elfjarige leeftijd met drummen. Zijn doorbraak in de jazzscene van Chicago kwam als drummer in de band van Thelma Terry. Later speelde hij in New York in de big band van Benny Goodman, voordat hij in 1938 zijn eigen groep formeerde. Krupa’s explosieve stijl beïnvloedde niet alleen jazzdrummers. Ook voor rockdrummers als Keith Moon en John Bonham was Krupa een idool.
Pianist Oscar Peterson (Canada, 1925) was een van jazzartiesten met de meeste opgenomen albums. Aan het begin van zijn carrière ging hij een samenwerking aan met producer Norman Granz en sinds de jaren vijftig was hij een van de steunpilaren van Granz’ labels (Verve en Pablo). Peterson werkte hoofdzakelijk in triobezettingen met afwisselend gitaar & bas of bas & drums, maar deed ook solo-optredens en concerten met grotere groepen en een volledig orkest. Hij beschikte over een fabuleuze techniek waarmee hij altijd krachtige swingende muziek wist te produceren in een unieke eigen stijl die het midden hield tussen swing en bop.
“The incredibly lovely sound of Stan Getz”. Wel wat zelfingenomen om zoiets van jezelf te zeggen, maar Stan Getz had wel gelijk. Vrijwel geen enkele andere saxofonist kon zo’n lyrisch geluid halen uit zijn tenor. Met dat geluid en zijn vloeiende lijnen was Getz veel te horen op bossa nova-cd’s en zelfs enkele smooth fusion albums. Daardoor zou je haast vergeten dat hij een geweldig improvisator was in een stijl die het midden hield tussen cool jazz en hard bop. Getz (1927) maakte eind jaren veertig indruk als frontman van de Four Brothers, de beroemde saxofoonsectie van het orkest van Woody Herman. Daarna begon hij kleine groepen te leiden met onder meer Jimmy Raney en Horace Silver. Zijn grootste succes, commercieel gezien, scoorde hij in een Braziliaans getinte samenwerking met gitarist Charlie Byrd en de bossa nova-hits Desafinado en The Girl From Ipanema.
Begaafd saxofonist, excellent trompettist, bejubeld componist en arrangeur, klarinettist en zanger: Benny Carter (1907-2003) was van vele markten thuis. Deze coryfee van het swing-tijdperk werkte als bandleider en arrangeur in New York voordat hij in 1936 naar Londen vertrok om te gaan arrangeren voor het BBC Dance Orchestra. Enkele jaren later keerde hij terug naar de VS om een eigen big band te leiden en zich vervolgens in Hollywood te vestigen als componist van filmscores en tv-thema’s. Daarnaast bleef hij schrijven voor zangers en bands, met onder meer Count Basie als gretig afnemer. Tot op hoge leeftijd bleef Carter actief als saxofonist. Zijn heldere en vibratoloze sound is op vele albums te horen.
Lionel Hampton (Louisville, 1990) begon zijn muzikale carrière als drummer, maar staat vooral bekend als meester op de vibrafoon. Door zijn werk bij
Louis Armstrong en
Benny Goodman in de jaren dertig gaf hij dit instrument een volwaardige plaats in de jazz. Vanaf 1940 begon Hampton te werken met eigen orkesten. Met zijn big bandversie van het nummer Flying Home uit 1942 scoorde hij een grote hit. Het nummer zou onlosmakelijk met hem verbonden blijven. Naast zijn virtuositeit stond Hampton bekend om zijn talent om een publiek in verregaande staat van opwinding te brengen. Zo ging het publiek tijdens een optreden van zijn orkest in de Amsterdamse Apollohal in 1954 zo tekeer dat men door de vloer zakte. Het jaar daarop maakte zijn band het zo bont in het Concertgebouw dat de politie zich genoodzaakt zag het optreden af te breken. Tot op hoge leeftijd bleef Hampton optreden, terend op zijn oude hits als Flying Home, Hey Ba Ba Re Ba en Air Mail Special.
Ella Fitzgerald was de belangrijkste uitvoerende van het American Popular Songbook, vanwege haar onvergelijkbare kwaliteiten en zorgvuldige materiaalkeuze. Met producer Norman Granz legde ze aan verschillende componisten gewijde ‘songbooks’ op vinyl vast. Daarmee maakte Fitzgerald definitieve versies van de liederen van de belangrijkste Amerikaanse songschrijvers. Fitzgerald had een enorm stembereik en gedurende het grootste deel van haar carrière behield haar stem de jeugdige, licht vibrerende klank. Daardoor klonken haar versies opvallend fris, vooral haar ‘scat’-materiaal. Hoewel vele uitstekende artiesten haar hebben opgevolgd, zal er hoogstwaarschijnlijk nooit meer iemand opstaan die het American Songbook zo subliem vertolkt.
(bron: wikipedia)Boniface Ferdinand Leonard (Buddy) DeFranco (Camden (New Jersey), 17 februari 1923) is een Amerikaanse jazzklarinettist.
DeFranco had het moeilijk zijn carrière op gang te krijgen, omdat de big-bands van andere klarinettisten zoals Woody Herman, Artie Shaw en Benny Goodman sterk in populariteit daalden.
DeFranco was de enige die tot 1980 bekend bleef staan als een groot jazz-artiest die alleen klarinet speelde. Men noemt hem ook de enige Be-Bop jazz-klarinettist. In 1950 ging hij spelen bij The Count Basie Septet en... meer
Trompettist en zanger Louis Armstrong is misschien wel de meest invloedrijke artiest in de geschiedenis van de jazz. Hij begon in de jaren twintig in de "hot" bands van New Orleans en was een van de eersten die solo-improvisatie in het jazzidioom integreerden. In de komende decennia veranderde zijn stijl nauwelijks, maar hij had vele volgelingen. Armstrong, die ook bekend was onder de koosnaam "Satchmo", was een van de meest geliefde figuren in de Amerikaanse populaire muziek. Zijn vruchtbare opnamecarrière, en het tijdloze karakter van zijn muziek, dragen er zorg voor dat zijn erfenis zal blijven voortbestaan.
‘Saxophone Colossus’ is een passende beschrijving voor deze tenorsaxofonist die tot de grootste levende jazzartiesten wordt gerekend. Sonny Rollins maakte zijn eerste platenopname op zijn negentiende, eind jaren veertig van de vorige eeuw. In tegenstelling tot Parker en Coltrane was de grootte van zijn talent onmiddellijk duidelijk. Na het onderzoeken van de hard-bop van begin jaren vijftig, nam hij van Monk het idee over om de melodie in plaats van de akkoorden als uitgangspunt te nemen in zijn improvisaties. Als een meer stadse en sardonische tegenhanger van Coltrane met zijn bezwerende zoektochten, is Rollins in staat om urenlange, onbegeleide solo’s te spelen met eindeloze variaties, voortgebracht door de meest krachtige sound die ooit uit een saxofoon werd gewrongen.
(bron: wikipedia)Blossom Dearie (East Durham (New York), 28 april 1924 - New York City (New York), 7 februari 2009) was een Amerikaanse jazzzangeres en -pianiste (vocale jazz, cool jazz, bebop, swing, ballads). Haar stem wordt vaak omschreven als een beetje meisjesachtig.-
Als kind leerde ze piano spelen, maar dit was klassieke muziek. Toen ze tiener was, kreeg ze belangstelling voor jazz en ging ze deze muziek spelen. Na haar middelbare school trok ze naar New York om een... meer
Tom Jobim was misschien de uitvinder van de bossa nova, naar João Gilberto gaf deze Braziliaanse muziekstijl zijn definitieve stem. De jonge dandy Gilberto zong zo delicaat, dat het soms meer leek op fluisteren. Ook zijn spel op de akoestische gitaar was afgewogen. Gilberto speelde nooit een noot te veel. Zijn debuutalbum Chega De Saudade (1959) geldt nog steeds al onberispelijke bossanovaklassieker. Gilberto speelde ook de definitieve versie van Jobims The Girl From Ipanema in, al maakte de onvaste stem van zijn toenmalige vrouw Astrud het nummer een hit. Gilberto verbleef ook lange tijd in de Verenigde Staten. Vanaf de jaren zeventig leidt de zanger/gitarist een teruggetrokken bestaan en laat hij nog maar sporadisch van zich horen, dit in tegenstelling tot zijn dochter Bebel Gilberto. Zij blies rond het jaar 2000 de bossa nova overtuigend nieuw leven in.
Charlie Haden werd midden jaren zestig bekend als bassist in de band van Ornette Coleman en geldt daarom als een van de pioniers van de free jazz. Later leidde Haden de band The Liberation Music Orchestra, met Carla Bley. In de jaren zeventig en tachtig startte hij met Don Cherry, Dewey Redman en Ed Blackwell het kwartet Old and New Dreams. Haden groeide op in Iowa waar hij veel luisterde naar country, bluegrass en folk. Dat was ook de muziek die hij als kind met zijn familieleden speelde in de Haden Family Band. Vlak voor zijn dood keerde hij terug naar die muziek met het album Rambling Boy. Charlie’s vier kinderen zijn ook allemaal de muziek ingegaan. Zijn dochters Petra, Rachel en Tanya treden op als The Haden Triplets. Zijn zoon Josh is de frontman van Spain.