Verzamelcategorie voor alle muziek bij audiovisuele producties. In deze algemene categorie vindt u muziek die speciaal is gecomponeerd voor films, televisieseries, musicals en theatervoorstellingen. Bij een soundtrack wordt vaak gebruik gemaakt van reeds bestaande muziek.
Free jazz is de jazzstijl waarin de vertrouwde structuur van een ‘song’, bestaande uit akkoorden, melodieën en vaste ritmische patronen en tempo, grotendeels ontbreken en waarin energievaak de plaats inneemt van schoonheid. Spontaniteit staat daarbij hoog in het vaandel. Free jazz ontstond als min of meer officiële stroming in 1960, het jaar waarin altsaxofonist Ornette Coleman een album getiteld Free Jazz uitbracht. Hij speelde akkoordloze stukken, waarin melodie en ritme het voor het zeggen hadden. In de jaren zestig was de term avantgarde een synoniem voor free jazz en in de decennia die volgden gaven de meeste musici zelfs de voorkeur aan dit eerste label omdat zij het woord ‘free’ misleidend vonden: hun muziek was namelijk vaak (toch) zeer georganiseerd.
Wat is opera eigenlijk? Vaak zal het antwoord luiden: een volledig gezongen en door orkest begeleid toneelstuk. Dit is echter maar half waar want in sommige opera's wordt de tekst deels gesproken, in Carmen bijvoorbeeld. Anderen zullen opmerken dat de opera serieus is, maar ook dat klopt niet helemaal want er bestaan heel wat komische opera's. Verschillen tussen musical/operette en opera kunnen dus eigenlijk niet hierop gebaseerd worden. Nu is opera ook een soort kwaliteitsaanduiding. Vrijwel alle hoofdzakelijk gezongen muziekdramatische werken die de tand des tijds hebben doorstaan, worden opera’s genoemd ook al is de oorspronkelijke benaming anders, bijvoorbeeld Singspiel. Hedendaagse componisten die hun werk aanduiden als opera, pretenderen dat hun muziek van hoogstaand niveau is. Zo beschouwd zou een musical van vandaag over honderd jaar een opera genoemd kunnen worden.
Historisch gezien bevinden Bachs Matthäuspassion en Hohe Messe zich precies op de grens tussen ouderwetse dienstbaarheid en moderne vrijheid van expressie. Na Bach zou de religieuze muziek zich alleen maar verder verwijderen van het kerkelijke terrein. Het glorieuze verleden van Obrecht, Ockeghem, Josquin en Palestrina versteende tot een onderwijsmethode: het zogeheten Palestrina contrapunt. Ironisch genoeg werd de beste religieuze muziek na Bach gecomponeerd door zeer wereldse componisten: Mozart, Beethoven, Berlioz, Wagner, Verdi, Brahms, Scriabin, Fauré, Rachmaninov, Vaughan Williams... De 20ste eeuw liet soms een kentering zien: Schönberg, Stravinsky en Messiaen lieten zich inspireren door respectievelijk het Jodendom, de Russische orthodoxie en het katholicisme. De algehele ontkerkelijking is echter onomkeerbaar. Zelfs de vrome klanken van Pärt, Gorecki en Tavener roepen eerder associaties op minimalistisch design dan met traditionele vroomheid.
Het orgel is de ‘koning onder de instrumenten', aldus Mozart. Ironisch genoeg werd het concept ooit bedacht in een simpele kapsalon in Alexandrië. De Romeinse bouwer Vitruvius beweerde althans dat het oerorgel (hydraulos) ontstond vanuit een antiek buizensysteem waarmee men een kappersspiegel op en neer kon laten gaan. Geen wonder dat het orgel in Oudheid en Middeleeuwen vooral werd bewonderd vanwege de techniek. De huidige waardering van het orgel heeft echter alles met Bach te maken. Zijn orgelmuziek geldt als het ‘non plus ultra' van de gehele orgelliteratuur. Helaas vergeet men hierdoor nogal eens dat de orgelkunst ook daarvoor heeft gebloeid: Tallis, Sweelinck, Frescobaldi, De Grigny... Aan Bach hebben we ook de revival van de orgelkunst in de 19e eeuw te danken. Belangrijke componisten zijn Mendelssohn, Franck, Widor, Reger en Messiaen.
Op geluidsdrager verzamelde muziek uit een speelfilm. Het fenomeen komt op in de jaren vijftig maar neemt een hoge vlucht als de soundtracks van Grease en Saturday Night Fever miljoenenverkopen halen. Het gaat dan nog om muziek die speciaal voor de film is gecomponeerd. Tegenwoordig wordt vaak van bestaande muziek gebruik gemaakt. Het komt ook voor dat de muziek op de soundtrack vaak nauwelijks te horen in de film, of slechts tijdens de aftiteling. Filmmaatschappijen brengen soundtracks uit met zoveel mogelijk bekende artiesten er op, in de hoop dat het nummer op de radio wordt gedraaid en dat de titel van de film er bij wordt genoemd, Omgekeerd krijgen artiesten vaak aanzienlijke bedragen en kan het succes van een filmsoundtrack helpen bij hun populariteit.
Third stream is een muziekstijl waarin jazz werd vermengd met klassieke muziek. Het was hoornist, componist en arrangeur Gunther Schuller die de naam bedacht voor deze stroming en die zelf een van de belangrijkste vertegenwoordigers daarvan werd. Onder orkestrale jazz vallen alle jazzwerken die worden uitgevoerd door een groot (symfonie)orkest. Een voorbeeld is het werk van het Nederlandse Metropole Orkest. Zowel third stream als orkestrale jazz worden meestal gekenmerkt door de toepassing van strijkersecties.