Trompettist John Birks “Dizzy” Gillespie was een van de grondleggers van de bebop. Gillespie (1937, Cheraw, South Carolina) speelde trompet in bigbands van achtereenvolgens Teddy Hill en Cab Calloway. In nachtelijke jamsessies in Minton's Playhouse in New York overschreed hij samen met gelijkgestemden als saxofonist Charlie Parker, pianist Thelonious Monk en drummer Kenny Clarke de grenzen van de swing door te experimenteren met harmonische vernieuwingen, complexe thema’s, hoge tempo’s en verrassende ritmische accenten. Gillespie, tegelijkertijd de leidende theoreticus en grootste entertainer van de bebop, leidde eigen combo’s en een bebopbigband. Hij voegde meer en meer Afro-Cubaanse elementen toe aan de bebop en werd zo een wegbereider voor de latin jazz. Zijn karakteristieke verschijning met schuin omhoog gebogen trompet en enorm uitpuilende wangen deden haast vergeten dat hij een virtuoos trompettist was.
Het lukte Billie Holiday, het schoolvoorbeeld van een jazzzangeres, altijd om haar hart te leggen in elk liedje dat ze zong. Met haar frêle stem en bondige stijl wist ze zelfs de meest luchtige popliedjes een hartverscheurende draai mee te geven. Haar beste muziek zit vol emotie, zowel vrolijkheid als wanhoop, en maar weinig muzikanten wisten dat gevoel te evenaren. Van het midden van de jaren dertig tot het midden van de jaren veertig bevond Lady Day zich op de top van haar kunnen. Ze nam albums op met vele zwaargewichten uit de jazz, zoals Benny Goodman, Duke Ellington en Lester Young. In de late jaren veertig leidde haar heftige liefdesleven en haar drank- en drugsgebruik tot problemen, waarbij ze uiteindelijk ook met de sterke arm der wet in aanraking kwam. Ook Holidays gezondheid holde achteruit, wat uiteindelijk leidde tot haar dood in 1959. Haar woelige privéleven zorgde dat ze in haar tijd de krantenkoppen haalde, haar unieke talent maakte haar tot een tijdloze legende.
Door geniale virtuositeit te combineren met pure emotie op de altsaxofoon, had Charlie Parker in zijn tijd maar weinig concurrenten. En na hem zou het nooit meer hetzelfde zijn. Als één van de uitvinders van de bebop (samen met Dizzy Gillespie, Bud Powell en anderen), introduceerde Charlie ‘Bird’ Parker nieuwe mogelijkheden voor expressie, één die een indrukwekkende techniek koppelde aan gedegen muzikale kennis en vooral: het vermogen om complexe ideeën simpel, oprecht en onweerstaanbaar uit te voeren. Parker overleed op 34-jarige leeftijd en liet een erfenis na die velen trachtten te evenaren maar door niemand werd overtroffen.
(bron: wikipedia)Harry "Sweets" Edison (Columbus, Ohio, 10 oktober 1915 - 27 juli 1999), was een Amerikaans jazztrompettist die speelde in het orkest van Count Basie.
Edison bracht zijn kinderjaren in Kentucky door, waar zijn oom hem in contact bracht met muziek. Nadat hij als twaalfjarige terug naar Columbus verhuisde, begon hij met trompetspelen.
In 1933 ging hij spelen bij het Jeter-Pillars Orchestra. Daarna ging hij naar de Mills Blue Rhythm Band. In 1937 verhuisde hij naar New York en ging spelen... meer
Pianist Oscar Peterson (Canada, 1925) was een van jazzartiesten met de meeste opgenomen albums. Aan het begin van zijn carrière ging hij een samenwerking aan met producer Norman Granz en sinds de jaren vijftig was hij een van de steunpilaren van Granz’ labels (Verve en Pablo). Peterson werkte hoofdzakelijk in triobezettingen met afwisselend gitaar & bas of bas & drums, maar deed ook solo-optredens en concerten met grotere groepen en een volledig orkest. Hij beschikte over een fabuleuze techniek waarmee hij altijd krachtige swingende muziek wist te produceren in een unieke eigen stijl die het midden hield tussen swing en bop.
Weinig drummers hebben zo’n grote invloed gehad op de populaire muziek als Gene Krupa (1909 – 1973). Krupa was de eerste die het moderne drumstel samenstelde: een combinatie van snaredrum, basdrum, hi-hat en cymbalen. Hij was ook de eerste die (in 1928) het geluid van de basdrum opnam. Krupa begon op elfjarige leeftijd met drummen. Zijn doorbraak in de jazzscene van Chicago kwam als drummer in de band van Thelma Terry. Later speelde hij in New York in de big band van Benny Goodman, voordat hij in 1938 zijn eigen groep formeerde. Krupa’s explosieve stijl beïnvloedde niet alleen jazzdrummers. Ook voor rockdrummers als Keith Moon en John Bonham was Krupa een idool.