Onder downtempo wordt een mix van ambient, triphop en techno verstaan, ofwel: sfeervolle en soms ronduit wollige dance die niet direct volle dansvloeren trekt, maar eerder thuis wordt gedraaid. Ondanks de geringe dansbaarheid wordt het toch gezien als vorm van dance, omdat het gebruik maakt van dezelfde productietechnieken. Zeker in de jaren negentig was deze muziek erg populair met Air, Portishead en Massive Attack als belangrijke boegbeelden. Er werden zelfs bars en cafés geopend waar de bezoeker kon ‘loungen’, ontspannen op rustige klanken. Toen men voldoende uitgerust was vervloog deze hype weer maar in de underground is deze muziek, nu vaak onder de noemer chill out, nog zeer populair.
Onder de term ‘overige talen vocaal’ wordt alle muziek verzameld die niet onder pop en niet onder volksmuziek valt. Wereldmuziek in de breedste zin van het woord dus. Vanouds werd het grootste deel van deze categorie bevolkt met artiesten uit Spanje, Italië, Portugal en Griekenland; mediterrane muziek waarmee de Nederlanders vanaf de jaren zestig op vakantie mee in aanraking kwamen. Artiesten als Julio Iglesias en Nana Mouskouri profiteerden hier optimaal van. Vanaf de jaren zeventig burgeren Caribische stijlen (salsa, zouk) langzaam in, gevolgd door Afrikaanse muziek in de jaren tachtig. Zie ook het tabblad ‘wereld’ voor een beter gesorteerd overzicht naar muziekstijl en het tabblad ‘landen’ voor uw favoriete muziekland naar keuze.
Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
World fusion is de mengvorm van jazz en wereldmuziek en/of volksmelodieën. Te denken valt aan de combinatie van jazz met Afrikaans (bijv. Manu Dibango), jazz met Indiase muziek (bijv. Shakti en Trilok Gurtu) en jazz met muziek uit het Midden-Oosten (bijv. Rabih Abou-Khalil). Onder world fusion valt ook de folk jazz, waarin volksmelodieën het uitgangspunt vormen voor improvisaties, bijvoorbeeld in het werk van Jan Garbarek. Apart onderscheiden stijlen binnen de world fusion zijn latin jazz en bossa nova/brazilian jazz.